Polen Krakau reisverhaal

Reisverhaal Kraków

 19 september – 24 september 2010     

 

Zondag 19 september

Onze vlucht met Ryanair vertrekt stipt om 17u30 vanop de luchthaven Brussels South (Charleroi). Alles verloopt perfect en we landen 14 minuten vóór de geplande tijd zodat zelfs onze chauffeur van Krakow Shuttle nog niet op de afspraak is. We lopen dus maar wat rond, onderwijl uitkijkend naar onze chauffeur. Uiteindelijk zien we drie mensen rondlopen met een opgevouwen papier onder de arm maar niemand van hen steekt het echter omhoog. Freddy spreekt er één aan maar die wacht op iemand anders. We spreken een tweede aan en dat is de juiste chauffeur. We vragen ons af waarom zij niet allemaal hun papier omhoog houden zodat iedereen de namen kan zien van de personen op wie zij wachten?

De transfer van de luchthaven naar het Ibis Hotel Kraków Centre bedraagt 13 km. Het valt ons direct op dat de wegen hier wel erg slecht zijn met veel putten en bulten. Het gaat echter vlot, er is weinig verkeer en al gauw zijn we in ons hotel. Aan de balie worden we heel vriendelijk ontvangen en krijgen we een hoop informatie over de stad en ook een stadsplan. Onze erg ruime kamer met TV toestel ligt op de 5e verdieping en we hebben ook een grote badkamer. Het raam is op slot maar als je aan de receptie vraagt om het te openen, vormt  dat geen enkel probleem.

We drinken nog een Zywiec biertje (alhoewel je moeilijk van een bierTJE kan spreken omdat het gaat over een halve liter) in de bar van restaurant L’Estaminet van het hotel.

 

Maandag 20 september

Rond 8u15 gaan we ontbijten, het ontbijtbuffet is een aangename verrassing wegens erg uitgebreid en lekker.

Na het ontbijt lopen we langs de rivieroever naar de Wawel. Ons hotel ligt dichtbij het kasteel en het oude centrum dus een echte aanrader want alles is te voet bereikbaar.

We lopen rond het kasteel en voorbij de ingang slaan we de Konanicza straat in, we passeren stille straten en stegen met huizen uit de 16e eeuw en stenen portalen en zo komen we in de Planty parkgordel terecht. De Planty loopt rond het oude centrum en is een soort stadspark met wandelpaden, bloemen, bosjes struiken, kleine bomen en rustige zitbankjes waar het heerlijk vertoeven en verpozen is. Duiven, kraaien en andere vogels dartelen lustig rond en eten het voedsel dat ze krijgen van de bevolking.

Op het Marie Magdalena plein is een fontein die dient als duivenwasplaats, de duiven wentelen en spoelen zich in het koele water.

We lopen naar het Matejki plein met in het midden het monument van koning Jagiello op zijn paard. Van die koning hebben we nog nooit gehoord maar het standbeeld was wel spectaculair.

Voorbij het plein komen we aan de drukke ringweg rond de Stare Miasto, de oude stad, en de Barbakane, een rond Middeleeuws bastion met 7 verdedigingstorens. Daar voorbij gaan we door de Florianspoort en komen zo in de Florianssteeg terecht. Sommigen zullen deze steeg of eerder straat misschien interessant vinden door zijn vele winkels, wisselkantoren, fast food eetgelegenheden en andere vestigingen, het was in feite de centrale winkelstraat maar dat is niet echt aan ons besteed.

In deze straat laten we ons toch in de luren leggen in een wisselkantoor. Wij die denken dat we altijd alert zijn en op alles letten en zoveel ervaring hebben, lopen een wisselkantoor binnen. Er staat een bord “no commission” en daardoor laten we ons verleiden. Wat we niet gezien hebben aan de etalage is dat de eigenaar een regelrechte bedrieger is. De wisselkoers is 1 euro voor ongeveer 3,90 PLN. Bij de man staat er voor de eerste drie nog een drie maar dan zodanig weggestoken dat je er echt recht voor moet staan om de eerste drie te zien, zodat we uiteindelijk maar 3,39 krijgen per euro. Er is geen discussie meer mogelijk want de wisselkoers staat vermeld in de etalage! Dus iedereen is gewaarschuwd: het tweede wisselkantoor aan je linkerkant voorbij de Florianspoort NIET binnenlopen!!

 

We stappen door naar de Rynek Glowny, het centrale plein, een plein van 40.000 m² en 200 meter lengte, één van de grootste Middeleeuws pleinen van Europa. Midden op het plein staan de Lakenhallen, binnenin worden in de schemerige gangen allerhande souvenirs en kunstnijverheid verkocht. De gigantische grootte van het plein wordt een beetje te niet gedaan door de in het midden geplaatste Lakenhallen maar toch is het een heel erg mooi plein.

De in pastelkleuren geschilderde huizen van de edelen rondom het plein stammen uit de Middeleeuwen, maar deze komen niet altijd goed tot zijn recht door de vele terrassen en eetgelegenheden. We hebben schitterend weer, zonnig en warm en algauw belanden we op een terras waar we een halve liter Pools bier drinken.

De Mariakerk is echt schitterend, zeker binnenin met het Maria-altaar van beeldhouwer Veit Stoss, 14 meter hoog en 11 meter breed, met geopende vleugels één van de grootste Europese beeldhouwwerken. Om het uur wordt van de hoogste toren op een trompet het legendarische alarmsignaal geblazen en op dat ogenblik kijkt iedereen op het plein omhoog naar de toren. De muziek duurt slecht een paar tellen en het is ter nagedachtenis aan de torenwachter die in 1240 een vijandige pijl door zijn keel kreeg.

Verder telt het plein nog een aantal mooie gebouwen zoals de Raadhuistoren, een overblijfsel van het in 1820 afgebroken stadhuis, de kleinere Adalbert kerk en een spectaculair beeldhouwwerk van een omgevallen hoofd.

We eten een pizza op het terras van Pasaz pizzeria op het plein en zakken daarna af naar het zuiden langs de Grodzka terug naar de Wawel heuvel. Langs de Wisla rivier wandelen we terug naar het hotel.

Vandaag is het Freddy’s verjaardag en we laten ons verwennen met een heerlijk diner in het restaurant van het hotel.

 

Dinsdag 21 september

Om 9u30 komt men ons aan het hotel ophalen voor de trip naar de concentratiekampen van Auschwitz en Birkenau. Terwijl we staan te wachten en de geparkeerde auto’s staan te bekijken, valt het ons op dat de wielschijven van de auto’s vast gemaakt zijn met plastiek spanbandjes. Is dit tegen diefstal of tegen het verliezen van een wielschijf bij het aanrijden van een trottoir?

Met een minibusje en vier passagiers rijden we langs dorpen, braakliggende velden en bossen met waarschuwingsborden van overspringende herten langs de weg. Het doet ons aan de Ardennen denken. De huizen zijn goed en degelijk gebouwd, in natuursteen of bezet en daarna geschilderd in pastelkleuren zoals groen, geel en oranje. De daken zijn veelal uit golfplaten, ijzer of plastiek met sneeuwijzers voor de overvloedige sneeuwval in de winter.

In het straatbeeld zien we heel wat nonnen en paters, ook oude vrouwtjes met goede winterpantoffels (ondanks het zonnige weer), donkere kousen, een donkere rok of kleed met daarboven een met allerhande donkere motieven bedrukte schort en een sjaal rond het hoofd geknoopt.

Naarmate we Oswiecim naderen, zien we meer en meer de vroegere communistische woonblokken, strak vierkant en zo grauw en grijs mogelijk. Deze blokken zijn nog altijd bewoond.

Ons eerste bezoek is aan Auschwitz Stammlager I met het bord “Arbeid macht frei” aan de ingang. De plaats is uitgeroepen tot Unesco werelderfgoed en nu een enorm museum en gedenkplaats aan de meer dan een miljoen joden, zigeuners en andere gevangenen die hier werden vermoord door vergassing of executie.

Na een aangrijpende introductiefilm bezoeken we het kamp met een gids die ons allerlei wetenswaardigheden weet te vertellen. Een deel van het museum bestaat uit ramen waarachter zich de persoonlijke bezittingen bevinden van de mensen welke zij bij aankomst in het kamp moesten afgeven. We zien vensters met daarachter een hele verzameling brillen, tandenborstels, scheerborstels, ontelbare schoenen, email potten, kruiken en kannen, dozen schoensmeer maar het meest lugubere is wel het gigantische raam met daarachter 7 ton menselijk haar, afkomstig van vrouwelijke en mannelijke hoofden, dat afgeschoren werd vooraleer zij de gaskamers binnengeleid werden. Er is ook een groot venster met oneindig veel koffers en op elke koffer staat de naam van de eigenaar en datum van intrede in het kamp vermeld.

Onze gids verwoordt het als volgt: Toen Joden en Romazigeuners hun koffer moesten pakken voor deportatie naar de concentratiekampen moesten zij hun hele leven samen stouwen in één koffer en dan kwam vanzelf de prangende vraag: Wat nam je mee en wat niet? Wat was het meest belangrijke voor mij en wat niet? Een mens kon zijn hele leven niet in één koffer stoppen maar het moest wel.

We zien lange rijen foto’s met namen, geboortedata, datum van intrede in het kamp en datum van overlijden. Bij elke foto is de tijdspanne tussen datum van intrede in het kamp en datum van overlijden korter dan 3 maanden. Volgens onze gids is 3 maanden het absolute maximum van levensduur in het kamp wegens de zware slavenarbeid, de extreme honger, de talrijke ziektes en de barre levensomstandigheden.

De foto’s van de medische experimenten die uitgevoerd werden op mensen en speciaal op vrouwen en tweelingen door Dr Mengele zijn zelfs ronduit schokkend.

In de kelders van Blok nr 11 zien we de cellen en eveneens de “staande cellen”. In een cel van 90 x 90 cm moesten 4 gevangenen een hele nacht rechtstaan waarop ze de dag daarop zware arbeid moesten verrichten en de nacht daarop weer al staande in de cel de nacht moesten doorbrengen. De meesten stierven algauw door totale uitputting en extreme ellende.

We bezoeken de executieplaats waar duizenden gevangenen doodgeschoten werden. Aan de linkerzijde staat Blok nr 10 waar experimenten plaatsvonden met sterilisatie van vrouwen.

Op het einde bezoeken we de gaskamers waar mensen werden vergast met het gas Zyklon B alhoewel zijzelf dachten dat ze onder de douches gingen. Daarnaast is het crematorium waar de lichamen verbrand werden. Het bezoek aan deze twee ruimtes is meer dan luguber, in de andere zalen is het al stil maar hier kan je een muis horen lopen en elke bezoekers denkt aan de vele mensen die hier tijdens de oorlog vermoord werden.

Na dit bezoek rijden we met ons busje naar het tweede kamp Auschwitz II of Birkenau, geen concentratiekamp maar een vernietigingskamp.

De spoorlijn waarlangs de gevangenen binnen gebracht werden, liep door de Dodenpoort, op het perron, binnen het kamp, werden de arbeidsgeschikten uit de rij gehaald en gescheiden van de rest die onmiddellijk afgevoerd werden naar de gaskamers.

Birkenau is anders dan Auschwitz, hier kijk je uit op een eindeloze vlakte met vooraan een paar intacte houten barakken met binnenin de originele kachel en slaapbanken. Op elk verdiep moesten er 5 gevangenen liggen, drie verdiepingen boven elkaar en vele verdiepingen lang. Een werkelijk eindeloze rij. We zien barakken met de toiletten die uit niets anders bestaan dan een lange rij planken met allemaal gaten erin. Iedereen zat dus naast elkaar op het toilet, we kunnen het ons niet echt voorstellen, zero privacy, nul komma nul. Onder de toiletten is een geul zonder doorspoeling, alles wat er in kwam, moest daarna uitgeschept worden.

Dit alles is wel heel schrijnend en we kunnen ons perfect voorstellen hoeveel ellende en miserie de mensen die in het kamp zaten, te verwerken kregen.

De volgende rijen houten barakken zijn met de grond gelijk gemaakt omwille van het hout dat gebruikt werd voor de verwarming van ziekenhuizen en dergelijke. Het laat een surrealistisch landschap achter en een leeg gevoel.

Op de spoorlijn staat nog een wagon waarin de gevangenen naar het kamp gebracht werden. Het lijkt wel veetransport, we kunnen ons niet voorstellen dat ze ons in zo een wagon proppen maar het is gebeurd. En volgens de geschiedenis heeft niemand het geweten?

Links van het domein staan de stenen barakken waarvan er nog vele intact zijn. Ook dit is één en al ellende. In plaats van houten slaapbanken zijn het hier stenen slaapbanken voor 5 personen. Het concept blijft dus hetzelfde.

Op het einde van de spoorlijn waar langs twee zijden de ruïnes zijn van de gaskamers, is een monument ter nagedachtenis aan de doden. Het monument bestaande uit ongelijke stenen moet het lijden voorstellen van de mensen die vergast werden in de gaskamers. Zij duwden elkaar weg en krabbelden over elkaar heen om in hun doodsstrijd de bevrijdende uitgang te vinden, voor hen de weg naar de vrijheid. Die was echter afgesloten en er was geen weg terug…………..

In het kamp is een ceremonie aan de gang van mensen uit Israël die met muziek, zang en zwaaiende vlaggen de ontelbare doden van de oorlog herdenken. Een overlevende van het kamp brengt een aangrijpende en emotionele getuigenis gevolgd door kippenvel veroorzakend gezang en de gedachte aan alle slachtoffers. Kaarsjes worden aangestoken, bloemen neergelegd. Luguber en zo werkelijk.

 

Woensdag 22 september

Vandaag bezoeken we de Wawel, hoog op een kalkstenen rots boven de Wisla rivier. Het kasteel en kathedraal getuigen van vervlogen tijden en vergane glorie. Per dag mogen maar een beperkt aantal mensen de verschillende tentoonstellingen en kamers van het kasteel bezoeken.

We lopen de steile toegangsweg op en aan de kassa kunnen we kiezen welke tentoonstellingen we willen zien in het paleis. We kiezen voor de staatsappartementen, de Koninklijke privé appartementen en de zaal met kroonjuwelen en de wapenzaal.

De privé vertrekken en de staatszalen worden gekenmerkt door indrukwekkende wandtapijten, marmeren vloeren, schitterende schilderijen en fresco’s, elegante en met de hand vervaardigde unieke meubelstukken en oorspronkelijke cassetteplafonds waarvan die in de Audiëntiezaal de meest bizarre is. In hout gesneden hoofden staren vanaf het plafond naar beneden en keken in lang vervlogen tijden neer op de gasten die ontvangen werden door de koning. Momenteel blijven maar een dertigtal van de bijna 200 hoofden over.

Het meest indrukwekkende is de expositiezaal met kroonjuwelen en de wapenzaal. Fantastische sieraden en gebruiksvoorwerpen in edelmetaal, goudbestikte gewaden en het legendarische kroningszwaard van alle Poolse koningen dat streng bewaakt wordt. In de wapenzaal treffen we een prachtverzameling van indrukwekkende lansen, geweren, helmen, harnassen en maliënkolders, kruisbogen, vaandels en degens uit verschillende eeuwen.

De driebeukige kathedraal met de barokke schrijnen, sarcofagen en praalgraven van heiligen, de zijkapellen in het zijschip en het hoofdschip is groots en van een enorme schoonheid. Vanuit het noordelijke zijschip kunnen we een groot aantal houten trappen op om de grootste klok van Polen te bezichtigen, de Sigismundklok. De klok dateert van het jaar 1520, heeft een diameter van 2,5 meter en een gewicht van 11 ton.

In de kathedraal werden vroeger alle Poolse koningen gekroond en allemaal liggen ze hier momenteel begraven in de Koninklijke tombes. Zelfs de tombe van de onlangs overleden president Lech Kaczynski en zijn vrouw hebben we gezien. Zij verongelukten beiden een paar maanden geleden tijdens een vliegtuigongeluk. We denken dat deze president zeer geliefd was bij het Poolse volk want veel mensen houden halt bij zijn graf in gebed en devotie.

We wandelen nog wat rond in de tuin van het kasteel en lopen terug naar het hotel waar dezelfde chauffeur van de dag ervoor ons komt ophalen voor een excursie naar de zoutmijnen van Wieliczka, een cultureel werelderfgoed van de Unesco.

Heel vroeger werd hier nog zout gewonnen, tegenwoordig nog heel weinig en tijdens dit bezoek zien we een klein deel van de ongeveer 300 km lange mijngangen op 327 meter diepte.

Het bezoek is fascinerend met een tentoonstelling van mijnwerkersgereedschap, beeldhouwwerken gemaakt uit zout, grotten en zoutmeren, telkens mooi verlicht in verschillende kleuren. Heel indrukwekkend is de 54 meter lange en 12 meter hoge grote zaal op 100 meter diepte met zijn uit zout gehouwen beelden, versieringen en altaren. Zelfs de lusters bestonden uit zoutkristallen. Drie mijnwerkers hadden 7 jaar lang gewerkt om deze zaal tot stand te brengen.

Op het eind van het bezoek worden we met een krakkemikkig liftje en met een razende snelheid terug naar boven gebracht, negen personen in een heel klein bakje en heel leuk. We worden nog langs de immer aanwezige souvenirshops geloodst want het commerciële aspect is toch nog altijd heel belangrijk.

 

Donderdag 23 september

Vandaag staat de Joodse wijk Kazimierz op ons programma. Via de Ul. Stradonska lopen we te voet naar de Joodse wijk. Aan het plein Wolnica staat het etnografische museum, we zitten er even op een bankje en bekijken de omgeving. Het is er stil en rustig en we zien weinig toeristen. Daarna dwalen we door de straten en aan het begin van de Szeroka, een brede straat dat in feite meer weg heeft van een langwerpig plein, met ontelbare terrassen en Joodse restaurants, bezoeken we de Stara Synagoge (de oude synagoge), het oudste Joodse gebouw van Polen met een gebedsruimte en museum met Thora rollen en religieuze riten.

We hebben geluk want ons bezoek is net afgelopen als er een hele groep Israeliërs binnen komen waardoor de synagoge al gauw goed gevuld is en de complete rust voorbij.

De Remuh synagoge is dicht en daardoor kunnen we ook niet op de oude Joodse begraafplaats dus lopen we een eindje oostwaarts onder de spoorlijn door naar de nieuwe Joodse begraafplaats maar jammer genoeg is die ook gesloten.

We drinken een halve liter Pools bier op een terras in het zonnetje en lopen nadien verder zuidwaarts en bezoeken het Galicja museum, een museum met foto’s van een Engelse journalist. Het zijn aangrijpende foto’s van het Joodse leven vóór en na de oorlog, foto’s van slachtoffers van de Holocaust, foto’s van begraafplaatsen en concentratiekampen, een mooie verzameling.

We steken de brug over de Wisla rivier over naar het plein Bohaterów Getta waar de vroegere Joodse getto’s gevestigd waren. Aan het plein is de Apteka Pod Orlem gevestigd, de apotheek met de adelaar. De eigenaar was een niet-joodse apotheker die toch in het getto mocht blijven wonen. In de vroegere apotheek is nu een gettomuseum gevestigd met foto’s en alle informatie over het leven in het getto.

Het plein is bezaaid met grote stoelen, in rijen naast elkaar met een zekere tussenafstand, iedereen kan er op zitten en kijken naar de omgeving rondom zich.

Ten oosten van het plein via een grauwe wijk bevindt zich de Fabryka Schindlera, momenteel een museum maar vroeger de bekende email fabriek van Oskar Schindler die duizenden Joden gered heeft van de dood. De poort is nog origineel en aan de ingang hangt een bord met de mededeling “Wie één leven redt, redt de hele wereld” Het is een prachtmuseum met een multimediatentoonstelling van de hele geschiedenis vanaf 1939 tot het einde van de tweede wereldoorlog met antieke stukken en gebruiksvoorwerpen, foto’s, krantenartikelen, pamfletten van de SS die het bijeendrijven van de Joden naar de getto’s perfect illustreren. Het is een museum om stil van te worden met in één kamer een grote kubus met daarin de email potten die hier vervaardigd werden en binnenin de kubus de eindeloze rij namen van de Joden die gered werden door Oskar Schindler.

We wandelen terug naar de wijk Kazimierz en zakken weer neer op een terras aan de Szeroka, het blijft heerlijk om in het zonnetje te genieten. De Joodse wijk maakt op ons een arme, grauwe indruk. Het is een trieste wijk die het verleden blijkbaar moeilijk van zich kan afschudden. Ik weet niet of er in de wijk nog veel joden leven. Zoals de typische Joden met de papillotten langs hun hoofd die je in Antwerpen zoveel ziet, hebben we er maar eentje gezien.

Nadien wandelen we terug naar de Stare Miasto, we lopen wat rond, gaan door de gewelven van de Lakenhallen, bekijken de souvenirstalletjes en gaan een biertje drinken op een terras. ’s Avonds trakteert Freddy me op een etentje ter gelegenheid van mijn 50e verjaardag in de middeleeuwse kelders van het Italiaanse restaurant Da Pietro op de Rynek Glowny, een super locatie en heel romantisch.

Wanneer we het restaurant verlaten, is het al donker en de Lakenhallen en de Mariakerk zijn mooi verlicht. Na een tijdje volgt er een lichtspel met laserstralen waarbij de Lakenhallen telkens verlicht worden in verschillende kleuren. Gewoonweg prachtig.

 

Vrijdag 24 september

Het is vandaag al de laatste dag van deze korte vakantie. Na het ontbijt betalen we de rekening van het hotel, geven onze bagage af die ze in een afgesloten ruimte stouwen tot het vertrek en wandelen terug naar de oude stad. We nemen deze keer de weg langs de westzijde van de Planty, het park rond de binnenstad, we slaan ergens rechtsaf en komen toch weer terecht op de Rynek Glowny. Het grote plein blijft fascineren en algauw belanden we terug op een terras en genieten van de zon waarna we rondom het plein slenteren en de souvenirwinkeltjes binnenin de lakenhallen nog uitgebreid bekijken. ’s Middags eten we een pizza in Pasaz pizzeria op het plein.

We  lopen naar de westzijde van het plein want van daaruit kan je de trompettist zien op de Mariakerk en om klokslag twee uur weerklinken de tonen van een trompet. Als we goed kijken, zien we een open venster op de noordelijke grote toren en daar zien we ook de trompettist. Wanneer de muziek stopt, zwaait de trompettist en het venster gaat weer dicht tot het volgende volle uur. We zijn blij dat we nu toch de gelegenheid kijgen om dit mee te maken en te zien. Je hoort op elk vol uur wel de klanken van de trompet maar je moet ook op de juiste plaats staan om de man te zien.

We lopen op ons gemak terug naar het hotel, drinken een halve liter op het terras en wachten tot de taxi ons komt ophalen voor transfer naar de luchthaven.

De vlucht met Ryanair verloopt weer vlot en we landen maar liefst 40 minuten vóór de geplande landingstijd op de luchthaven van Brussels South.