Zuid India reisverhaal

Reisverhaal Zuid India

zaterdag 3 november tot 1 december 2012


Dag 1 en 2: Zaterdag 3 en zondag 4 november: vlucht en aankomst Mamallapuram

Onze reis begint met een heel voorspoedige vlucht met British Airways. De uitgebreide security check op de luchthavens irriteert soms toch wel. Veiligheid voor alles, allemaal oké maar als je een vlucht hebt van Amsterdam naar Heathrow en daar heb je een aansluitende vlucht naar Chennai waarbij je alleen van de ene gate naar de andere gaat, wat heeft een uitgebreide security check dan nog voor zin? Die heb je ook al gehad in Schiphol en je stapt gewoon van het ene vliegtuig in het andere.

Onze tweede vlucht duurt tien uur en dat is best wel lang. Maar het is een feit dat als je een verre reis wil maken, dan hoort er een lange vlucht bij, daar kan je niet onderuit.

Rond 1 uur 's nachts op zondag 4 november landen we dan in Chennai, het vroegere Madras.

We worden opgehaald door onze reisbegeleider en dan is het nog anderhalf uur rijden met de bus naar Mamalapuram.

Het wordt uiteindelijk half vier 's nachts eer we in ons bed duikelen. We slapen amper en om half negen staan Willem en Simmie al op onze deur te bonken. We gaan om 9u15 al te voet op pad, amper uitgerust van de lange reisdag.

Mamallapuram is een dorpje gelegen aan de baai van Bengalen en is wereldberoemd door de vele beeldhouwwerken die uit de rotsen gehouwen zijn. Een paar ervan staan zelfs op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.

Eerst bezoeken we de kusttempel, een pareltje van sierlijk bouwwerk, opgetrokken uit grote granietblokken. De tempel is zowel gewijd aan Shiva als aan Vishnu en heeft heel wat te lijden onder de invloed van zout, water, zand en erosie. Het is voortdurend zorgen dat het bouwwerk niet in elkaar stort en in zee verdwijnt.

Vervolgens lopen we langs alle belangrijke heiligdommen en bezienswaardigheden van het dorpje zoals Arjuna' boetedoening, Krishna' boterbal en nog een aantal tempels en grotten.

Het is bloedheet, 32 graden,we moeten nog wennen aan deze hoge temperaturen en onze zonnecrème ligt nog in het hotel. Gelukkig hebben we een petje bij. Morgen moeten we ons dus beter organiseren.

's Middags gaan we eten in Le Yogi, een restaurant dicht bij het strand. Bij het afrekenen rekent de eigenaar onze biertjes dubbel aan maar wij hebben niets in de gaten. We zijn de eerste dag weer terug in India, we zijn moe en totaal niet alert. Maar voor we het restaurant buiten lopen, komt de man aangelopen om ons het teveel betaalde bedrag terug te geven. Van eerlijkheid gesproken!

We lopen nog even naar het strand dat vol ligt met vissersnetten en kleurrijke vissersboten en vandaar hebben we een mooi uitzicht op het kusttempeltje.

Daarna nemen we een tuktuk naar de vijf ratha's, 5 strijdwagens die telkens uit 1 stuk rots gehouwen zijn en opgedragen aan verschillende goden.

Later drinken we op het terras in het hotel een bier en na een welgekomen douche lopen we richting dakterras waar ons het kennismakingsdiner wacht, een mix van lokale gerechten.


Dag 3: Maandag 5 november: Mamallapuram

We nemen een taxi naar Kanchipuram, een van de zeven heilige steden voor de hindoes in India. Het blijkt een flink eind rijden, zeker anderhalf uur, het verkeer is weer hectisch druk. Iedereen zoekt zijn weg, er wordt heel hard getoeterd en een paar keer komt ons haar omhoog en staat ons hart stil maar uiteindelijk komen we heelhuids in Kanchipuram aan.

De stad is bekend om zijn vele tempels maar ook voor de goede kwaliteit zijde die hier gemaakt wordt. We komen hier echter niet om te shoppen maar om de tempels te bekijken.

We bezoeken eerst de Vaikuna Perumal tempel, een tempel uit de 8e eeuw AD met een indrukwekkende 1000 zuilengang en gewijd aan de god Vishnu. Vervolgens rijden we naar de Kailasanatha tempel, gebouwd in de late 7e eeuw AD met 58 kleine heiligdommen en een lingam.

De derde tempel Sri Ekambaranatha is in feite de mooiste. De tempel is gewijd aan Shiva en is een van de grootste in Kanchi met een tempelcomplex van 12 ha en een toren van 59 meter hoog. In de tempel doen we een puja, een rituele verering door een priester.

In het dorpje eten we een tomatensoepje met paneer naan in het Saravana Bhavan hotel.

Rond half vier zijn we terug in Mamallapuram waar we eerst naar het wisselkantoor lopen. De Wine Shop ligt buiten het dorp en het is een heel eind lopen, daarom nemen we een tuktuk. In India worden bier en sterke drank niet verkocht in een gewone winkel of supermarkt maar in een aparte winkel, de Wine Shop genoemd. Aan de Wine Shop is het een drukte van belang en er rolt heel wat geld over de toonbank in ruil voor flessen sterke drank. Blijkbaar houden de Indiërs wel van een goede borrel.

' s Avonds gaan we nogmaals eten in Le Yogi en dat beklagen we ons helemaal niet.


Dag 4: dinsdag 6 november: Mamallapuram - Pondicherry

We vertrekken om half negen voor een niet al te lange reisdag. Deze morgen horen we ook dat iemand van onze groep gisteren gevallen is en daar een gecompliceerde armbreuk aan overgehouden heeft. Hij moet geopereerd worden en dat laat hij liever in Nederland doen dan in India. Dus het is heel jammer maar voor hem en zijn vrouw eindigt deze reis al na 1 dag.

We stoppen aan een groot beeld van Ayunar, de god van alcohol en vlees. Bijna elke god in India heeft een rijdier en heet rijdier van Ayunar is een terracotta paard. Aan de andere kant van de weg zijn zoutvelden waar mannen bezig zijn met het winnen van zout.

We rijden verder langs de East Coast Road en voordat we aankomen in Pondicherry bezoeken we Auroville, een soort commune waar iedereen leeft in harmonie en zijn steentje bijdraagt. We krijgen een filmpje te zien over het ontstaan van deze samenleving en bekijken de moedertempel, de Matrimandir. Deze kunnen we niet in en is alleen voor leden van de gemeenschap. Iedereen kan intreden mits alle bezittingen af te geven aan de gemeenschap, bij uittrede krijgen ze echter niets terug.

Onze lunch bestaat uit een paar broodjes, de Franse croissants zijn niet echt zoals wij ze kennen maar ze gaan er wel vlot in, het is tenslotte al twee uur in de namiddag.

Daarna checken we in in hotel Abirami Residency, een hotel met mooie grote kamers gelegen tussen het Indische deel en het Franse deel van de stad.

Vroeger was Pondi een Franse kolonie en die invloed is nog duidelijk te merken. Sommige straatnamen zijn nog in het Frans. Pondichery is een eigen staat in Tamil Nadu, nl. de Union State of Pondicherry met eigen democratische verkiezingen en een eigen Chief Minister. De staat heeft ook andere alcoholtaxen, in de wine shop is de sterke drank heel wat goedkoper dan in de rest van Tamil Nadu.

We stoppen even aan de Sacret Hart basiliek, een van de vele kerken in dit deel van het land.

We nemen een tuktuk naar het mausoleum, de Sri Aurobindo Ashram, deze werd gesticht door Sri Aurobindo en zijn Franse volgelinge "de moeder".

Om het hoekje ligt de Vinayagar Ganesha Tempel waar we 40 verschillende afbeeldingen zien van Ganesha. Wanneer we de tempel verlaten, komt de tempelolifant Lakshmi eraan. Voor een paar roepies zegent de olifant een persoon door even zijn slurf op het hoofd te leggen.

Daarna lopen we naar de boulevard en wandelen een eind langs de Baai van Bengalen. Bij Seagulls gaan we een biertje drinken en zo wordt het stilaan tijd om te gaan eten. We besluiten om naar restaurant Satsanga te gaan met een Franstalige bediening waar we een excellente steak eten.

Met een tuktuk rijden we terug naar het hotel en om negen uur liggen we al in bed. De vermoeidheid is nog niet helemaal weg.


Dag 5: woensdag 7 november: Pondicherry - Darasuram - Thanjavur - Tiruchirappalli

Om half acht zitten we alweer in de bus voor een lange rit waarbij we onderweg twee tempels gaan bezoeken die allebei op de Wereld erfgoedlijst van de Unesco staan.

We komen in het gebied van de Cauvery rivier, een delta gebied vol met tempels en rijden langs oneindige rijstvelden. Dit gebied is heel vruchtbaar door de aanwezigheid van water.

De Darasuram tempel staat in het water, dit is te danken aan de moesson en de overvloedige regen van de voorbije dagen. Gelukkig hebben wijzelf nog geen regen gehad. We moeten dus door het water waden om binnen in de tempel te komen. De tempel is gewijd aan Shiva, is vrij klein maar heeft heel wat schitterende reliëfs.

Dicht bij de tempel bezoeken we een familie die zijden sari's en sjaals fabriceren.

Het is nog een heel eind rijden naar Thanjavur waar we eerst lunchen in Hotel Parisutham. We eten een thali, een typisch Zuid Indisch gerecht.

Als we het restaurant buiten komen, regent het. Ja, het moest er eens van komen.

We bezoeken de Brihadeshwara tempel, de meest prestigieuze Chola tempel en gewijd aan Shiva. Voor de tempel staat een reusachtig Nandi beeld, een van de grootste van India en uit 1 rotsblok gehouwen, het beeld is 6 meter lang en 3 meter hoog. Bovenop het heiligdom staat een 65 meter hoge toren met een koepel uit 1 stuk graniet gehouwen dat 81 ton weegt. Als niet- hindoe kunnen we hier binnen gaan in het heilige der heiligen, dus doen we dat ook want in andere tempels kan dit niet.

Door de regen zijn de stenen en trappen erg glad waardoor het gevaarlijk lopen is op sommige plaatsen en ik presteer het toch weer om uit te glijden, gelukkig zonder veel ergs want mijn rugzak breekt de val.

Na dit laatste tempelbezoek stappen we weer op de bus voor de rit naar Trichy waar we rond 18u30 aankomen in het SRM hotel, een fantastisch hotel met mooie grote kamers. Het is wel buiten het centrum gelegen en daarom eten we 's avonds in het restaurant van het hotel.


Dag 6: donderdag 8 november: Tiruchirappalli

We hebben een vrije dag en gaan er dus alleen op uit, niet met de hele groep. Samen met Willem en Simmie regelen we een taxi naar de Sri Ranganathaswamy tempel dat met zijn oppervlakte van 250 ha het grootste tempelcomplex van India is. Er zijn 7 tempelgangen waarvan de grootste maar liefst 73 meter hoog is. Van op een uitzichtpunt kunnen we uitkijken over het gehele enorme complex. Een paar keer mogen we niet verder want het Heilige der Heiligen is alleen toegankelijk voor Hindoes. Als Hindu wordt je geboren, men kan zich niet bekeren tot het hindoeïsme en dus weten zij perfect dat wij, westerlingen, geen Hindu kunnen zijn.

Na dit bezoek waarvoor we uitgebreid de tijd nemen, rijden we met een tuktuk naar de Sri Jambukeshwara tempel die totaal niet te vergelijken is met de eerste tempel die we gezien hebben maar ook zijn charmes heeft. We zien zelfs een ceremonie met muzikanten en Lakshmi, de tempelolifant die drie keer trompettert. Wijzelf noch Lakshmi mogen binnen in het Heilige der Heiligen en samen met de olifant en zijn verzorger wachten we buiten de gebedsruimte.

Buiten het centrale gedeelte met de lingam staan pilaren met mooie inkervingen. De grond waarop we lopen op onze blote voeten is zodanig heet door de brandende zon dat we geen seconde kunnen blijven staan. Dus lopen we van de ene schaduwplek naar de andere. Zoiets kan je ook oplossen door sokken te dragen maar dan worden je kousen zo ontzettend vuil dat je ze niet meer proper krijgt.

Daarna rijden we naar de Ammamamdapan, de ghats aan de rivier waar mannen kunnen baden, de was ligt te drogen op de trappen en mannen kunnen hun hoofd laten kaal scheren als eerbetoon aan overleden familieleden.

's Middags lunchen we in restaurant Banana Leaf waarna we doorrijden naar de Rock Fort tempel. Hiervoor moeten we een eind lopen door een gigantisch drukke marktstraat. We wurmen ons doorheen horden shoppende Indiërs om de ingang van de tempel te bereiken. Nog voor we aan de 437 tellende treden beginnen naar de top van de tempel moeten we onze schoenen alweer uit doen. Daar hebben we nu eens geen enkele zin meer in en blijven beneden terwijl Willem en Simmie wel naar boven lopen. Wij wachten beneden op hen en lopen door de winkelstraat. Wanneer ze na een klein uurtje terug bij ons komen, nemen we een tuktuk naar het hotel waar we een biertje gaan drinken in de bar. We vinden dat het genoeg is geweest voor vandaag, we hebben al een druk programma gehad de laatste dagen en willen toch nog een beetje relaxen.

's Avonds eten we terug in het restaurant van het hotel en rond 22 u duiken we ons bed in.


Dag 7: vrijdag 9 november: Trichy - Madurai

We kunnen uitslapen en hoeven maar om 9 u te vertrekken voor een rit van ongeveer 140 km naar Madurai. De weg ligt er vrij goed bij en dus schieten we goed op zodat we nog voor de middag aankomen in Madurai. Onze eerste indruk is dat het een heel drukke stad is, vrij groot ook.

We logeren in het Madurai Residency Hotel, een mooi hotel met grote kamers.

Na de gebruikelijke tomatensoep met naan als lunch maken we met de hele groep een fietsriksja toer door Madurai. Er is 1 riksja per persoon voorzien en zo rijden we in karavaan door de stad. Meestal is het heel druk en moeten we manoeuvreren tussen bussen, auto's, brommers, fietsen, handkarren, grote en kleine tuktuks en voetgangers, heel hectisch allemaal. Soms rijden we door smalle straatjes en we zien kleurrijke huizen, geel, blauw, roze, allemaal mooi geschilderd. De mensen zijn vriendelijk en heel veel van hen zwaaien naar ons. We zijn dan ook een bezienswaardigheid, vijftien fietsriksja's allemaal netjes achter elkaar.

We stoppen bij een groentemarkt waar een grote afdeling is met bananen. Deze worden in trossen van de boom geplukt en daar worden ze gesorteerd van onrijpe en groene naar rijpe en gele bananen. We zien er ook die al wat meer naar de rotte kant neigen, het is maar hoe je ze graag lust.

We wandelen een eindje door een straat met werkplaatsen waar ze bamboe verwerken en verkopen.

Na terug een eindje rijden gaan we een aantal werkplaatsen bekijken, eentje waar ze handdoeken weven en waar we de vrouwen aan hun weefgetouwen zien zitten werken en eentje waar ze de kookstellen maken waarop de hele Indiase bevolking hun eten kookt.

Daarna rijden we terug een eind en het is fantastisch om op deze manier door de drukke straten te rijden en mensen en hun bezigheden te observeren. Kinderen komen ons de hand geven en wensen ons "happy diwali", Diwala wordt volgende week dinsdag op 13 november gevierd en is het feest van de lichtjes. Aan elk huis worden dan lichtjes gezet en overal is er vuurwerk.

Wanneer we stoppen aan een paar drankstalletjes is daar ook een huis waar ze een olifant hebben als huisdier. Het arme dier staat op een klein voorhofje en is geketend aan voorpoot en achterpoot waardoor het geen poot kan verzetten. Dit lijkt al meer op dierenmishandeling in plaats van een tevreden huisdier houden.

We hebben bewondering voor de riksja chauffeurs want tenslotte moeten zij ons, grote en zware westerlingen vervoeren met hun voertuig. Op kleine hellingen moeten ze van hun zadel om het viertuig te voet en met de handen naar boven te duwen. Het is zwaar werk en de meesten van hen zijn niet meer van de jongste maar we mogen geen medelijden hebben, het is werk en zij verdienen hun brood.

De fietsriksja's droppen ons aan de tempel. Wij gaan vandaar te voet naar het hotel wat amper een tiental minuten lopen is. Het is in de straten weer gigantisch druk met eindeloos getoeter van alle voertuigen. In India is de toeter  het belangrijkste onderdeel van het voertuig. Is een of ander onderdeel van het voertuig kapot dan is dat geen probleem en kan herstelling uitgesteld worden. Er zijn echter twee dingen die geen enkel uitstel van herstelling aankunnen en dat zijn de remmen en de toeter. Een toeter is extreem belangrijk en kan veel dingen betekenen zoals: ik kom er aan, ik ga voorbij steken, bedankt om mij voor te laten, er komt iemand aan, pas op, ik ben er ook nog, enz. Zo hebben chauffeurs en bijrijders ook hun handbewegingen door hun open raam. Als je deze regels van het verkeer allemaal door hebt, wordt het rijden in dit land al een ietsje minder gevaarlijk.

Er zijn natuurlijk wel een paar regels zoals het grootste voertuig heeft altijd voorrang en een lijnbus heeft ALTIJD voorrang en op dat laatste punt is dat wel zo, alle chauffeurs van gelijk welk voertuig laten de lijnbus altijd voor.

In het hotel gaan we eerst een biertje drinken, daarvoor moeten we naar de kelder in de parkeergarage, een donkere ruimte waar menig Indiër zijn glaasje alcohol komt drinken.

's Avonds eten we op het dakterras van het hotel en beneden in de straten horen we het vuurwerk ter gelegenheid van het komende Diwali feest.


Dag 8: zaterdag 10 november: Madurai

We hebben een vrije dag in Madurai en gaan al vroeg op pad om de Sri Meenakshi tempel te bezoeken. Deze tempel is fenomenaal en de mooiste van Zuid-India, het complex is 6 ha groot en vormt in feite een stad binnen de stad. Dagelijks komen duizenden pelgrims en toeristen deze tempel bezoeken.

Enorme torens overdekt met kleurige afbeeldingen van goden en mythologische figuren markeren de vier ingangen. Sommige heiligdommen binnen de tempel zijn alleen toegankelijk voor Hindoes maar er is zoveel te zien dat je er al gauw een aantal uur kunt besteden. In het complex bevindt zich ook een hal met duizend zuilen en een kunstmuseum.

Daarna nemen we een tuktuk naar het Tirumalai Nayak paleis dat dateert uit 1636 maar momenteel heel erg vervallen is en niet zo bijster interessant.

De lunch nemen we terug in het hotel en daar genieten we van onze rust. Madurai is hectisch, soms een complete chaos en gigantisch druk.

In de namiddag lopen we naar het postkantoor waar we onze kaarten laten afstempelen. Dit doen we op elke reis en zo vermijden we dat ze er de postzegels achteraf terug gaan afweken. De vrouw achter het loket is heel behulpzaam en dropt de kaarten onmiddellijk in de klaar staande postzakken.

Het is weer enorm druk op straat en we moeten voortdurend opletten waar we lopen, ofwel zijn er grote gaten of obstakels in het trottoir, ofwel worden we bijna van de sokken gereden door het aanstormende verkeer. De hoofdweg oversteken is al helemaal link en dan moeten we tussen allerlei voertuigen slalommen.

In de kelderbar van het hotel drinken we een biertje en genieten andermaal van de stilte en de rust, weg van het lawaaierige straatleven.

's Avonds eten we andermaal op het dakterras van het hotel en om negen uur liggen we in bed, hondsmoe van alle indrukken van de voorbije week.


Dag 9: zondag 11 november: Madurai - Munnar

Om 8u vertrekken we met de bus naar Munnar, een hill station gelegen op 1500 meter hoogte. Munnar is een klein chaotisch dorpje waar niet veel te zien is maar omgeven wordt door mooie natuur en prachtige theeplantages. Indiërs komen naar Munnar voor het koelere klimaat en om de drukte en hitte van de steden en het platteland te ontvluchten.

We rijden hoger de bergen in en het landschap wordt steeds groener en we zien ook uitgestrekte  kardemom en theeplantages.

Als we in Kerala komen, zien we al duidelijke verschillen met Tamil Nadu. Deze staat is blijkbaar welgestelder, overal zien we mooie huizen en er rijden ook meer en duurdere auto's in de straten. Mannen dragen geen lungi maar een mundu, deze heupdoek is langer dan een lungi en wordt anders geknoopt. Er zijn minder mannen met snorren dan in andere deelstaten. Kerala is ook veel groener met oneindige plantages, bomen, planten en bloemen.

De economische groei is in gans India sterk verminderd, een weerslag van de crisis in het westen. Dit is een heel groot probleem want zo heeft de arme bevolking geen kans meer om uit de ellende te komen. De brandstofprijzen zijn de laatste tijd sterk in prijs verhoogd en daardoor gaan de transporttarieven naar omhoog. Dit heeft dan terug een invloed op de prijzen van goederen waaronder ook levensmiddelen. Mensen die onder de armoedegrens leven, krijgen het daardoor extra lastig en zo komt er ook meer en meer kritiek op de overheid.

Bijna geen enkele Indiër betaalt belastingen en de overheid moet zijn inkomsten dus halen uit andere bronnen zoals importbelastingen, accijnzen op goederen, controle op alcohol verkoop (alle mensen die werken in de wine shops zijn in dienst van de overheid), belastingen op buitenlandse bedrijven en het toerisme.

Kerala haalt zijn inkomsten uit de visserij, het toerisme, het verbouwen van cashewnoten en de teelt van palmbomen waarbij alles van de boom gebruikt wordt, de stam voor het hout, de noten en het haar van de boom voor het maken van touw.

Rond 13 u komen we aan in het Gateway Hotel in Munnar. De gevel is heel kleurrijk en de kamers zijn een beetje in koloniale stijl, groot met een zithoek en balkon. Het nadeel is echter dat we 7 km buiten het centrum zitten, als het ware in the middle of nowhere.

Op de kamer staat een fles water, dit is de gewoonte hier in India en dit was ook het geval bij alle vorige hotels, er is echter een verschil, deze fles is naderhand opgevuld want de dop is niet verzegeld. We gieten de fles dus leeg in de wasbak want we gaan niet het risico nemen om kraantjeswater te drinken en daarna diarree te krijgen.

Van het oorspronkelijke plan om een vlugge lunch te hebben in het hotel en daarna nog naar het Tata Tea museum te rijden komt niets terecht. Ten eerste is er helemaal geen lunch te krijgen in dit hotel dus gaan we lunchen in het luxe hotel aan de overkant van de straat.

Als we daar terug buiten komen horen we dat het museum te ver weg is, het sluit om 16 u en dat kunnen we niet meer halen. Plan b is een ritje met de bus om foto's te maken van de mooie omgeving en de plantages. Het weer speelt ons echter parten, het regent ondertussen en de lucht trekt volledig dicht.

Er is geen plan c, we kunnen een kleine wandeling maken langs de straat maar daar is niets te zien.

Al met al wordt het een mislukte dag maar het is nu eenmaal niet anders en kan altijd gebeuren op dit soort reizen. Misschien had onze ervaren reisbegeleider toch wel een betere planning kunnen maken?

Het wordt dus een luie namiddag en om 19u30 gaan we eten in het Fort Munnar hotel. Er is een culturele avond zoals zij het noemen, wij noemen het luide techno muziek en we verwonderen er ons over want zoiets verwacht je hier niet.

En weer liggen we om negen uur in bed.


Dag 10: maandag 12 november: Munnar - Kumily

We vertrekken om 8 u, doen een paar fotostops aan een waterval en theeplantages en rijden terug naar beneden langs dezelfde route als gisteren. De omgeving is wondermooi en we genieten er enorm van. We zien koffie, thee, kardemom en peperplantages.

De namen Kumily, Thekkadi en Periyar worden door elkaar heen gebruikt. Kumily en Thekkadi zijn twee dorpen die aan elkaar gegroeid zijn en Periyar is de naam van het Nationale Park.

Wanneer we aankomen in het dorp en naar ons Hotel Michael's Inn rijden, zien we dat deze plek wel heel erg toeristisch is. De straten zijn bezaaid met winkeltjes en dan voornamelijk kruidenwinkeltjes want het omliggende gebied is bekend om zijn uitgestrekte specerijenplantages.

Na de lunch doen we de "spice tour", we bezoeken onder leiding van een gids een plantage waar ze alle verschillende soorten kruiden samen gebracht hebben. Daar krijgen we van elke soort een uitgebreide uitleg waarvoor het kan gebruikt worden, dit kunnen tips zijn voor het koken maar ook in verband met gezondheid. De specerij "all spices" waarvan we vroeger dachten dat dit een mix was van 5 soorten kruiden blijkt nu van een natuurlijke boom te komen die deze 5 kruiden bevat.

Vanille is hier super vers en zodanig soepel dat je hem rond je vinger kan wikkelen.

We zien ook de betelnoot, deze bladeren worden door mensen gekauwd waardoor ze rode tanden krijgen. Het is een soort drug, pan genoemd, en het doodt alle smaak. Het gebruik van pan gebeurt meer in het noorden van India, hier in het zuiden hebben we het al heel weinig gezien.

De toer is heel leerrijk en interessant en daarna krijgen we de gelegenheid om de kruiden aan te kopen.

Later gaan we door de hoofdstraat lopen op weg naar Spice Garden, een restaurant in een binnentuin waar we een biertje gaan drinken. Het stikt er van de muggen.

's Avonds eten we in hotel Ambadi, we kunnen er binnen zitten en het eten is er ook lekker. Op weg terug naar het hotel lopen we een paar winkels binnen waar ze mooie beelden hebben in brons en hout. De prijzen zijn hoog, deze plek is dan ook zo toeristisch.


Dag 11: dinsdag 13 november: Kumily

We hebben een vrije dag en slapen uit tot half negen. Het is even een verademing om eens niet op tijd aan de bus te moeten staan.

Uiteindelijk wordt het een super luie dag met veel relax, mails en internet checken, met de tuktuk om bier rijden naar de Wine Shop die heel goed georganiseerd is. Je moet er in de rij staan, eerst bestellen en betalen waarbij je een bonnetje krijgt en bij een volgende persoon krijg je de bestelling geleverd. Het lopen in de straten worden we al heel gauw zat, bij elke winkel staat een mannetje die je zijn winkel wil binnen lokken met de belofte van een goede prijs.

In een van de winkels krijgen we 20 % korting aangeboden ter gelegenheid van het feest van Diwali, een van de belangrijkste feesten in India. Diwali betekent vernieuwing in het leven, overwinning van het goede over het kwade, van licht over duisternis, het is het Lichtjesfeest.

De staat Kerala, waarin we ons nu bevinden is ook bekend om zijn Ayurvedic massages, de oliën waarmee de massages gebeuren, halen ze uit de bergen. Het is goed voor de bloeddoorstroming en ze volgen de energiestromen in je lichaam. Door het nemen van een stoombad na de massage dringen de oliën meer in de poriën van je lichaam. Daarna moet je nog een uurtje wachten om te douchen om alles beter te laten inwerken.

Volgens de informatie van onze reisbegeleider is India aan het veranderen. Het kastensysteem vervaagt en wordt een sub-kastensysteem of klassensysteem, Djati genoemd. Meer mensen, ook vrouwen gaan uit werken en komen samen in 1 kantoor terecht. Bij het kastensysteem kan het niet dat mensen van verschillende kasten bv hetzelfde water drinken. Als je samen werkt dan kunnen al die taboes niet langer gehandhaafd worden.

Ook de gearrangeerde huwelijken veranderen, de ouders stellen een eventuele partner voor of raden aan maar de jongen of meisje heeft nog altijd het recht om te weigeren. Meestal gebeurt dit echter niet want in dit land overheerst nog altijd het sociale, families komen voor mekaar op en helpen elkaar. Als  iemand geen geld of werk heeft dan wordt die geholpen door de familie of groep. Dit is heel anders dan bij ons waar alles meer individualistisch is.

's Avonds gaan we terug naar Ambadi waar het heel druk is. Op de terugweg naar het hotel zien we op straat vuurwerk afsteken maar verder is hier niet veel te merken van het feest. Nergens zien we de rijen lichtjes die we twee jaar geleden in Delhi zagen en dat is wel jammer.


Dag 12: woensdag 14 november: Kumily - Alappuzha

We vertrekken om 8u en na een korte rit stoppen we bij een familie die een prachtige bloementuin hebben. De tuin is een pareltje met diverse soorten bloemen. We kopen een paar zakjes met zaadjes en hopen dat deze bloemen ook zullen bloeien in ons land.

Na weer een korte rit komen we aan bij een mooie kerk die bovenop een kleine heuvel gelegen is. We klimmen naar boven maar binnen in de kerk is alleen het altaar de moeite waard, verder is de kerk leeg. Van op de heuvel hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. Beneden langs de straat hangt een soort drive in donatie box en terwijl we daar een paar minuten staan te kijken wordt er vanuit diverse auto's heel wat geld ingegooid.

We rijden verder door eindeloze theeplantages. De thee is hier indertijd geïntroduceerd door de Engelsen want India kende voor die tijd geen thee.

Tijdens deze rit zien we heel wat sprookjesachtige Disney kerken in pastelkleuren. Deze kerken zijn er ook gekomen door de invloeden van de Engelsen maar de Indische bevolking heeft er zijn eigen touch aan gegeven. Indiërs houden namelijk veel van kitsch, alles moet blinken en glitteren, zoiets zie je ook bij de juwelen die de dames hier dragen.

We stoppen aan een waterval waar een paar drankstalletjes staan en waar we water en frisdrank kopen voor de boottocht deze namiddag en voor in het hotel deze avond. Dit hotel ligt namelijk midden in de backwaters en daar is verder niets.

Daarna rijden we nog een drietal uur waaronder het eerste uur door de bergen en waarbij we verschillende watervallen zien. Door de weinige neerslag tijdens de voorbije moesson is het vrij droog en daardoor zijn de watervallen soms moeilijk te zien. We rijden ook door een enorm gebied met rubberbomen.

In de bus vertelt onze reisbegeleider dat het feest van Diwali eigenlijk alleen in het noorden gevierd wordt dus dat is dan de reden dat we zo weinig van het feestvieren gezien hebben.

We naderen de back waters, een gebied met kreken en kanaaltjes die met elkaar verbonden zijn en omgeven door kleine huisjes en veel groen. Het water is brak, bij vloed komt er zeewater in de rivieren maar het komt ook uit de bergen.

In een restaurant gaan we eerst lunchen waarna we op de boot gaan naar ons hotel dat middenin de backwaters gelegen is.

Het varen op zich is best wel leuk, we zien de house boats waarop mensen wonen, de huisjes langs het water en vrouwen die de was doen in de rivier. Boten volgestouwd met bananen en andere vruchten varen van huis tot huis om hun waren te verkopen, vissers slaan hun netten uit.

We overnachten in het Coir Village Ressort, een spectaculair mooi ressort, niet dat het zo luxueus is maar het heeft een zekere charme door zijn ligging. Het is gelegen middenin de backwaters, de receptie en het restaurant liggen langs de ene kant van een klein kanaaltje en om de kamers te bereiken moeten we met een klein bootje naar de overkant. De kamers liggen in kleine bungalows langs weer een ander kanaaltje, echt een magnifieke ligging.

's Avonds schuiven we met de hele groep aan voor een buffet in het hotel, er zijn immers geen andere mogelijkheden. Het eten is lekker en de sfeer is prima.


Dag 13: donderdag 15 november: Alappuzha - Boottocht Backwaters - Kollam - Varkala

Om 9u30 vertrekken we met de boot voor weer een andere tocht over de Backwaters. Na een klein eindje door de kleinere kreken komen we op een groter meer terecht. Door de omvang van het meer zien we minder huisjes langs de kant maar wel meer vissersboten.

Na een tijdje zien we in de verte een grote brug met daarachter een enorme rij met Chinese vissersnetten. Handelaren van het hof van Kublai Kahn introduceerden deze netten indertijd in Zuid-India. Ze bestaan uit grote houten constructies en bij vloed laat men het net neer.

's Avonds wordt dan boven het net een lamp geplaatst om de vissen te lokken.

Het krioelt er van meeuwen en aalscholvers. We varen tussen de rijen netten door en dat is best wel een fraai zicht, vrij spectaculair.

In een klein eettentje stoppen we voor de lunch, we krijgen thali geserveerd op een bananenblad maar dat durven we niet aan, we willen niet het risico lopen om ziek te worden.

Na de lunch gaan we weer twee en een half uur varen naar Kollam waar de bus ons opwacht en ons naar Varkala brengt. Het is nog anderhalf uur rijden en rond 17 u komen we aan in het pas gerenoveerde Raja Park Beach Ressort dat ook de naam Akhil Beach Ressort draagt. Aan de overkant is een hotel dat dezelfde naam draagt en waar we gratis wifi hebben en waar ze ook een alcohol vergunning hebben. Ze brengen er de verse vis die ze vanavond in dit restaurant gaan verkopen, de botervis, de barracuda, de snapper, inktvis en tijgergarnalen. We mogen een kijkje nemen in de keuken waar de vis gegrild zal worden. Alles ziet er heel lekker en proper uit en dus besluiten we om deze avond hier te eten.

De botervis die we geserveerd krijgen met groenten, frieten en garlic naan is werkelijk subliem en één van de beste gerechten die we ooit al gegeten hebben.


Dag 14: vrijdag 16 november: Varkala, vrije dag

We slapen uit en gaan pas om tien uur op pad. Het is niet ver lopen naar de klif en beneden in de diepte zien we de Arabische Zee. Vanaf het helipad lopen we de hele lengte van de klif af, deze is bezaaid met winkeltjes en restaurants, vrij toeristisch allemaal. Bij Caffe Italiano eten we rond de middag een pizza, het is eens iets anders dan de gebruikelijke rijst of naan. Daarna lopen we verder langs de klif richting Black Beach, hier stoppen de winkeltjes en zie je alleen de kleinere ressorts met de individuele huisjes. Hier verdwijnt het toeristische aspect en dat is heerlijk want tijdens het eerste deel van de wandeling wordt je toch constant gevraagd om een kijkje te nemen in hun shop en iets te kopen, heel vermoeiend om telkens beleefd "neen dank u" te zeggen.

Op zeker moment slaan we rechtsaf en gaan van de klif weg. Wanneer we gezangen horen en in de verte een tempel zien, lopen we die richting uit. We lopen de poort binnen, de tempel is verlaten maar er is wel een vrouw die de gezangen zit te prevelen. We kunnen vrij rond lopen, de tempel is klein maar authentiek en heel mooi.

We willen niet terug keren langs dezelfde weg langs de kliffen en lopen het dorpje in door de smalle straten. We weten niet meer waar we zijn en niemand spreekt Engels. Met het kaartje van het hotel in de hand vragen we de weg en men stuurt ons alle kanten op. Het lukt ons ook niet om een tuktuk te regelen, alle tuktuks die ons voorbij rijden, zijn vol. Op zeker ogenblik zien we een tuktuk die geparkeerd staat voor een huisje. We roepen "hello" en "taxi", een vrouw komt kijken, doet teken dat we even moeten wachten en roept haar man die ligt te slapen. Die man kent het hotel niet maar belt zijn vriend, kleedt zich om en gaat met ons op pad. Onderweg vraagt hij nogmaals de weg aan een voorbijganger en brengt ons veilig naar ons hotel. Voor zijn goede diensten en bereidwilligheid geven we de man een goede fooi.

's Avonds gaan we eten bij Cafe Del Mar, een populair restaurant in deze plaats. Ze hebben geen alcohol vergunning maar serveren toch bier. Het wordt wel in grote stenen bierpotten gegoten, de fles wordt in krantenpapier gewikkeld en onder tafel gezet.

Wanneer we terug in het hotel komen, gaan we naar de receptie om de was te halen. Eerst zou deze klaar zijn om half negen, nu spreken ze al van tien uur. Dit is India en je moet er altijd kalm bij blijven.


Dag 15: zaterdag 17 november: Varkala - Cochin

We vertrekken om 8 u voor een rit van 180 km, we rijden over de snelweg door de Backwaters maar merken daar niet veel van, het is niet hetzelfde dan als je er doorheen vaart met de boot.

Bij een tankstation staat een kleine tempel gewijd aan Ayam Guru, dit soort tempels zijn typisch voor Kerala.

In Ambalapuzha bezoeken we de Sri Krishna tempel die dateert uit de 7e eeuw en voor een groot deel in hout is opgetrokken. De tempel is heel belangrijk en heilig. Het is een typische Kerala tempel, als mannen binnen gaan in het heiligste der heiligen moeten ze hun shirt uittrekken. Ook westerlingen mogen binnen maar geen camera's en dan hoeft het voor ons al niet meer. We vinden de tempel niet veel zaaks en staan al vlug weer op straat, daar wordt de vis juist geleverd en vrouwen proberen de vis te verkopen. De manden staan in de volle zon en we vragen ons af hoelang die verse vis zo vers zal blijven.

Als we Allepey doorrijden, is er veel verkeer en we geraken amper stapvoets vooruit maar daarna gaat het weer vlot en schieten we goed op. Iets voor twee uur in de namiddag rijden we Cochin binnen, een vrij grote stad waarvan de nieuwe naam Kochi is.

Ons hotel Gama Heritage Residency ligt in Fort Cochin. Dit is echter geen fort maar een oude verdedigingsmuur aan de kust die indertijd gebouwd is door de Portugezen. Kochi ligt in feite op een reeks kleine eilanden en schiereilanden. Het is één van de belangrijkste havens van India en er is ook een basis van de marine waardoor  er soms marineschepen liggen in de haven.

Met een deel van de groep lopen we naar het centrum waar onze reisbegeleider ons alle goede restaurants en winkels toont. In de XL bar gaan we een Kingfisher drinken waarna we nog wat door de straten dwalen. In een winkel zien we een groot houten beeld van Lakshmi, de godin van de materiële en spirituele welvaart en voorspoed. Lakshmi brengt geluk en we hopen het van ganser harte.

's Avonds stappen we binnen bij Malabar Junction, één van de betere restaurants. Het is hier nu eenmaal zo dat je bij de betere en duurdere restaurants moet eten als je alcohol wil drinken. Goedkopere restaurants hebben geen alcoholvergunning en hier kijkt de politie streng toe. Malabar Junction is echter één en al bekakt gedoe, je moet aan de balie reserveren en bestellen en dan moeten we nog een uur wachten. Het hoeft al niet meer voor ons en we lopen al vlug weer naar buiten. Naast het Old Harbour restaurant vinden we Koder House, minder bekakt maar toch nog één van de betere en dus kunnen we ook een biertje drinken bij het eten. We bestellen gegrilde tijger garnalen en dat is meer dan lekker.

Op de kamer wordt ons Lakshmi beeld in de koffer verpakt en die begint al goed door te wegen.


Dag 16: zondag 18 november: Kochi, vrije dag

We slappen weer uit en gaan iets voor tien uur op pad. We regelen een tuktuk en maken hem duidelijk dat we eerst naar de Dhobi Khana wasplaats willen, dat hij daar op ons moet wachten en ons daarna naar het Mattancherry paleis moet brengen en vandaar zouden we dan te voet verder gaan.

We maken deze afspraak omdat de tuktuk chauffeurs hier in Kochi met een puntensysteem werken, hoe meer toeristen ze in een winkel krijgen, hoe meer punten ze hebben en die kunnen ze dan inleveren voor een volle tank voor de tuktuk.

De man brengt ons naar de wasplaats, het is het systeem van de wasplaats in Mumbai maar kleinschaliger. We mogen ook overal gaan kijken, bij het wassen, het drogen op waslijnen in de zon en het strijken.

De chauffeur doet een rondje sight seeing met ons, we stoppen aan een mooie tempel die alleen toegankelijk is voor hindoes dus daar houdt het voor ons dan al op want we mogen er niet naar binnen.

Wanneer hij stopt aan een fabriek waar ze gember roken, voelen we de bui al hangen en weten we dat hij ons nog naar andere winkels zal brengen. We maken de man duidelijk dat we nu alleen nog naar het paleis willen met hem. Hij rijdt verder en dropt ons aan het paleis, hij kijkt niet heel gelukkig maar dat is de afspraak.

Het Mattancherry paleis is nu een museum met in een paar zalen prachtige muurschilderingen uit de Ramayana tijd. Het is niet zo groot en daardoor hebben we alles al vlug gezien.

Daarna gaan we lopen langs Bazaar Road met ontelbare kruiden en kunstwinkels waarbij we nog geluk hebben want veel winkels zijn gesloten omdat het zondag is dus weinig verkopers die ons hun winkel willen binnen lokken. Aan elke winkels staan tuktuks met gelukkige chauffeurs die dan toch punten kunnen scoren.

In Seagull restaurant nemen we een lichte lunch. Het is daar heerlijk zitten op een terras boven het water. Ernaast is een restaurant met heel wat lokale bevolking en waar de alcohol rijkelijk vloeit, er is heel wat ambiance en gejoel. Op zeker moment meert er een boot aan, springen een aantal mannen het terras op en lopen weg. Wij vragen ons af wat er aan de hand is. Even later komen ze terug met flessen bier in de handen, de flessen zijn verpakt in krantenpapier zodat niemand zogezegd kan zien wat er in de flessen zit.

Na de lunch lopen we verder en komen aan de haven terecht waar de Chinese vissersnetten staan. Het zijn ingenieuze houten constructies die door verschillende mensen worden bediend. Om het net neer te laten, moeten koorden, met daaraan zware stenen gebonden, in de lucht getrokken worden.

We gaan bij XL bar een Kingfisher drinken waarna we terug keren naar het hotel. Daar besluiten we om in de valavond terug te gaan naar de vissersnetten voor de zonsondergang. Het is een prachtige zonvolle dag en nu zou het toch moeten lukken.

Het is een beetje zoeken daar voor een mooie plek om goede foto's te kunnen maken maar op zeker moment zien we dat één van de vissers mensen toelaat op het houten staketsel van de vissersnetten. Het wiebelt en het is een beetje opletten maar het lukt ons toch om prachtige foto's te hebben.

We lopen nog een rondje door de hoofdstraat en 's avonds gaan we eten bij Abad Grande Residencia, ze serveren er geen bier maar de pepersteak en vooral de zeevruchten schotel zijn subliem.

Bij het terugkeren naar het hotel nemen we een ander straatje en het lukt ons toch om verloren te lopen. We hebben geen flauw benul waar we zijn en besluiten dan maar om een tuktuk te nemen. Het is amper een paar honderd meter ver en we mogen de man een bedrag betalen dat we zelf kiezen.


Dag 17: maandag 19 november: Kochi - Thalasseri

We vertrekken om 8u voor een lange reisdag.

Onderweg zien we een lokaal tempelfestival. Elke tempel in India heeft zijn eigen geschiedenis, zijn eigen verhaal en ook zijn eigen data waarop het festival plaats vindt. Er is muziek, zang en dansende mannen met grote bloementorens op hun hoofd, zij draaien in het rond en het is een mooi gezicht. Dit soort festivals met draaiende torens zijn typisch voor Kerala. Elders in India worden de festivals dan weer op een andere manier gevierd.

Rond half twaalf stoppen we aan een olifantenweeshuis. Het is één en al zielig gedoe, de dieren staan aan kettingen vast gebonden en kunnen geen poot verzetten.

Daarna stappen we weer in de bus voor een volgende rit van twee en een half uur.

Nu even iets over de heilige koeien, elke koe in India heeft een eigenaar, ook de koeien die los langs de straten lopen. Die koeien doen een rondje,, keren terug naar huis en worden 's avonds gemolken door de eigenaar, zo heeft die weer melk voor bij de chai.

Niet alle runderen zijn heilig, alleen koeien en stieren zijn heilig, de ossen en waterbuffels zijn niet heilig.

India is één van de drie grootste exporteurs van rundvlees in de wereld. Daar kijk je wel van op, het is immers het land van de heilige koeien.

Als iemand een koe aanrijdt dan krijg je de poppen aan het dansen. Een Indiër kent zijn grenzen en verliest bijna nooit de controle over zichzelf. Wanneer het wel gebeurt, bv door overmatig alcoholgebruik, is het zaak om zo vlug mogelijk weg te wezen want ze weten dan echt niet meer wat ze doen.

Op veel plaatsen in India zien we ook de omgekeerde swastika, het heeft niet de betekenis van het swastika teken van tijdens de tweede wereldoorlog maar het is het symbool van geluk en voorspoed. Het wordt gebruikt bij het openen van een nieuwe winkel, voor een nieuw huis en dergelijke meer.

We hebben toch een redelijk grote achterstand in tijd opgelopen tijdens deze rit en dus hebben we een heel late lunch in een luxe ressort. Voor hetgeen het voorstelt, is deze lunch wel erg prijzig. Het bestellen, opdienen en afrekenen vergt ook weer heel veel tijd en het is bijna half vijf in de namiddag als we het restaurant buiten komen. Misschien was het beter geweest om een paar koekjes te eten deze middag maar ja, het is nu niet anders.

Dan moeten we nog ongeveer drie uur rijden naar het Paris Presidency Hotel in Thalassery, een eenvoudig hotel. In deze streek komen weinig toeristen dus zijn ook de accommodaties wat achter gebleven.

Uiteindelijk hebben we het laatste stuk heel wat pech, er zijn wegenwerken aan de gang waardoor we erg slechte weg hebben en nauwelijks opschieten. We moeten ook een kwartier omrijden aan één of andere brug en uiteindelijk komen de frustraties boven.

We kunnen maar 1 ding besluiten en dat is dat het een erg slecht geplande dag is. Mits een vroeger vertrekuur en een kortere of geen lunch, eventueel zelf iets meebrengen voor lunch zoals zo dikwijls gebeurt op andere reizen, konden we vroeger aankomen.

Het is 20u30 als we in het hotel aankomen. We hebben geen enkele zin meer om nog iets te eten, bestellen bij de jongens die de bagage naar boven brengen een Kingfisher die ze halen in de Wine Shop en die ze naar de kamer brengen.

Einde van een lange reisdag.


Dag 18: dinsdag 20 november: Thalassery - Madikeri

We vertrekken terug om 8 u voor een rit van 112 km.

De route door de heuvels is mooi met veel groen en bos, spijtig genoeg is het een heel slechte weg met veel putten en bulten en dus worden we voortdurend door elkaar geschud.

We verlaten de deelstaat Kerala en komen in de landelijke deelstaat Karnataka. Madikeri ligt in de regio Coorg en is daar tevens de hoofdstad van. Het is een mooi gebied, gelegen op 1500 meter hoogte met mooie vergezichten op rijstvelden en koffieplantages.

We maken een paar niet zo spectaculaire fotostops en drinken chai aan een eenvoudig theestalletje.

Rond half een komen we aan in het Mayura Valley View Hotel in Madurai, gelegen op een heuvel waar we een mooi uitzicht hebben op de omgeving.

We nemen een lichte lunch in het hotel en gaan daarna te voet op pad. Alles is op loopafstand en het belangrijkste is dat we de heuvel naar de stad naar beneden lopen. Terugkeren naar het hotel  moet dan wel bergop maar daarvoor kunnen we nog altijd een tuktuk nemen.

We lopen naar Raja's Seat, een soort klein parkje waar je van het weidse uitzicht op de omgeving kan genieten. Er lopen heel wat jonge koppeltjes rond en het is er rustig vertoeven tussen de aangelegde tuinen. Naast het park is er een treinstelletje voor kinderen en een kleine Kodava tempel.

We lopen verder de heuvel af en zien een school waar jongens en meisjes marcheren in militaire pas. Of het echt zo is, betwijfelen we, er wordt wel links, rechts, links, rechts geroepen maar iedereen heeft de grootste lol dus zo militaristisch zal het wel niet zijn. Later horen we dat ze oefenen voor de sportdag die de volgende dag plaats vindt.

Beneden in het dorp lopen we een steil wegje naar boven op en komen bij het fort. Het fort is in feite een oud paleis met daarin het hoofdkwartier van het district. Er is een kerk met binnenin een museum maar dit is gesloten wegens renovatiewerken. Er is ook een gevangenis binnen de muren. We lopen boven op de dikke buitenmuren en zien wel iets van de omgeving maar zo spectaculair is het allemaal niet.

Daarna lopen we naar de Omkareshwara tempel maar helaas gaat die maar om 17u open terwijl we dachten dat dit 16u was. We hebben geen zin om nog bijna een uur lang te wachten, lopen naar het centrum, zien een wine Shop waar we uiteraard binnen gaan en bier kopen en nemen een tuktuk naar het hotel.

Daar blijkt dat we geen water hebben in de badkamer. Eén van onze reisgenoten heeft geen warm water maar wij hebben helemaal geen water, geen warm maar ook geen koud. Als ik met deze melding naar de receptie ga, schiet de receptionist in actie, komt mee naar de kamer om te kijken naar de kraan waar geen druppel uit komt en loopt de kamer weer uit. De eerstvolgende vijftien minuten gebeurt er niets, dan wordt er weer geklopt op de deur en komt de man weer kijken, draait aan alle kranen en dat zijn er heel wat. Er zitten ook kranen in de muur verwerkt, waarvoor die allemaal dienen is me een raadsel maar ja. Het is een beetje hetzelfde systeem als met de schakelaars voor het licht, de fan en de stopcontacten. In India heb je in 1 kamer soms wel twintig schakelaars en dan is het zaak om uit te zoeken welk licht gaat branden bij het aanklikken van welke schakelaar. Ook naast elk stopcontact staat een schakelaar, met die schakelaar kan je het stopcontact aan of uit schakelen. Dat is ook zo met de ijskast, als je er al eentje hebt op de kamer tenminste, die moet je met een aparte schakelaar aanzetten als je de kamer krijgt bij aankomst anders werkt die ijskast niet. Zo gebeurt het ook met de airco, bij aankomst in het hotel krijg je een afstandsbediening waarmeer je de airco kan bedienen. Ik snap niet echt waarom deze afstandsbediening niet op de kamer kan blijven liggen. Misschien wordt deze door bepaalde mensen meegenomen? Maar wat kan je daar dan mee doen? Uiteindelijk komt alles in orde en hebben we water. De douche is heet, te heet mar we gaan niet klagen, er is water en dat is ook al wat.

's Avonds zijn we meer lui dan moe en we kiezen voor de gemakkelijkste oplossing, we eten in het hotel.


Dag 19: woensdag 21 november: Madikeri, vrije dag

We maken vandaag een excursie naar de Tibetaanse enclave bij Bylakuppe. Hier bevindt zich de grootste nederzetting van Tibetaanse vluchtelingen die bestaat uit een paar dorpen en kloosters. Heel wat jonge monniken volgen hier een opleiding terwijl men voor een groot deel voorziet in de eigen behoeften door gewassen te verbouwen, tapijten te weven, hout te verwerken en zo meer. Eerst stoppen we bij het Namdroling klooster waar we de draaiende gebedsmolens zien, voortgestuwd door pelgrims die de boetegang doen die hier bestaat uit een lengte van 1 km. Zoiets hebben we ook al gezien in de Tibetaanae enclave in Xiahe in China waar deze bestaat uit 3 km.

De gebedsvlaggen wapperen in de wind en zenden de mantra's de hele wereld rond.

We zijn getuige van puja's, Tibetaanse gebedsdiensten en mogen de gouden tempel in waar een 18 m hoge vergulde buddha staat.

Daarna rijden we naar de nederzettingen en kloosters van Sera Je en Sera Mey. Ook daar zien we puja's en dankzij onze Engelstalige gids worden deuren geopend die anders voor ons zouden gesloten blijven. We kijken onze ogen uit want het is een schitterend schouwspel. Na de dienst komen de monniken met horden de tempel buiten gerend.

Op de terugweg stoppen we aan een klein Tibetaans restaurant waar we momo's, rijst, kip, spinazie en brood geserveerd krijgen, een echte Tibetaanse maaltijd.

De taxi brengt ons terug naar het hotel waar we afscheid nemen van deze voortreffelijke gids. Deze uitstap is een prachtig hoogtepunt in deze reis.

We drinken een Kingfisher op het terras van het hotel waar het bloedheet is in de zon maar waar we toch van genieten. Over de heuvels in de omgeving hangt een mist en dat geeft ook een bepaalde sfeer.

Wanneer we op de kamer komen, hebben we net zoals gisteren geen water. Dus loop ik weer naar de receptie waar men me vertelt dat de tank leeg is en ze die weer moeten vullen. Dit zou tien minuten duren. Daar gaan we niet op wachten want we kennen die Indiase tien minuten en nemen een tuktuk naar de Omkareshwara tempel die om vijf uur in de namiddag open gaat. Achteraf hadden we ons de trip kunnen besparen want de tempel is pover en niet bijster interessant.

's Avonds eten we terug in het hotel want zoveel eetgelegenheden zijn hier niet in dit plaatsje, het is gemakkelijk en we moeten niet meer naar beneden lopen de stad in.


Dag 20: donderdag 22 november: Madikeri - Mysore

We vertrekken deze morgen om 8u30 en hebben een nieuwe bijrijder, de vorige is naar huis terug geroepen omdat zijn moeder een hartaanval gehad heeft.

Onderweg stoppen we nogmaals aan de gouden tempel van Namdroling. We bezoeken terug het complex van de monniken en de tempels, zien, horen en genieten nogmaals van een puja. Het blijft fascineren en we krijgen er geen genoeg van.

Aan de ingang zien we terug de bedelaars met kinderen. Onze reisbegeleider legt ons uit dat deze mensen profiteren en gebruik maken van hun kinderen om te bedelen. Alle kinderen in India krijgen van de overheid gratis onderwijs, gratis lunch op school, gratis boeken en twee maal per jaar gratis schooluniform. Er bestaat sinds kort een nieuw project van de overheid waardoor iedereen gegarandeerd minimaal honderd dagen per jaar werk krijgt. Er is dus geen enkele excuses te vinden om de kinderen te gebruiken om te bedelen. Als we al willen geven aan bedelaars kunnen we dat doen aan gehandicapten, mensen zonder benen of armen want zij hebben geen enkele voorzieningen op een gegarandeerd loon.

Na dit bezoek moeten we nog een kleine twee uur rijden naar de stad Mysore, een grote stad met 800.000 inwoners gelegen op 800 meter hoogte op het Deccanplateau.

Rond half een komen we aan bij United 21 hotel, een mooi hotel gelegen aan de noordzijde van het maharadja paleis. We nemen een soepje met naan in het restaurant en gaan te voet naar de zuid ingang van het paleis. Dit is maar voor een gedeelte toegankelijk want de maharadja woont nog steeds in het paleis. Er zijn vier ingangen maar daar is maar eentje van open en dat is deze.

Wij betalen 200 roepies entree terwijl de Indiërs amper 40 roepies betalen.

Het paleis is langs de buitenkant inderdaad sprookjesachtig en overweldigend maar om de binnenkant te zien moeten we weer extra betalen. Voor ons is het 280 roepies, voor de lokale bevolking 35 roepies, plus dat we een locker moeten huren en ook daarvoor extra moeten betalen want er mogen geen camera's mee naar binnen. Het feit dat we weten dat de lokale bevolking dan binnen in het paleis foto's neemt met hun mobiele telefoon en daar niet op gereageerd wordt, doet voor ons de deur dicht. We vinden het ingangsgeld al meer dan genoeg geweest en besluiten dat de maharadja zijn paleis mag houden en lopen weg. Bij de uitgang worden we voortdurend lastig gevallen door verkopers van allerhande prullaria.

Daarna lopen we naar de Devaraja markt waarbij we een beetje verloren lopen in deze toch wel heel drukke stad. We vragen de weg en komen er dan uiteindelijk toch terecht. De markt is één en al herrie, benauwd en helemaal niet aangenaam om er rond te lopen, de verkopers hebben een vrij agressieve verkoopstechniek en het is een labyrint van kleine gangen en verschillende uitgangen en wanneer we blij zijn dat we er buiten komen, weten we niet meer waar we nu precies zijn. Iemand spreekt ons aan, spreekt ook redelijk Nederlands maar algauw komt de aap uit de mouw, zijn moeder maakt wierook en we kunnen het proces daarvan bezichtigen. Neen, dank u, we hebben er genoeg van en nemen een tuktuk naar het hotel.

Wanneer we daar geld willen wisselen, sturen ze ons naar een wisselkantoor naast de deur. We moeten gaan zitten maar we vragen onmiddellijk wat de wisselkoers is en wanneer ze zeggen dat het 66 is, staan we recht en maken aanstalten om te vertrekken. Opeens is er paniek en ze vragen welke wisselkoers we dan wel willen, we zeggen 68, de man doet een berekening en gaat akkoord. Misschien hadden we 69 of 70 moeten zeggen?

Daarna vragen we aan de balie voor de wifi, deze is beschikbaar voor 100 roepies voor 1 uur. Ook hier zit weer een adder onder het gras, er komt nog taks bij en dan wordt het 112 roepies. Ook hier weer houdt het voor ons op, we zijn het zat, Mysore is voor ons de afzetters-stad en daar hebben we een echte hekel aan.

's Avonds willen we de straat echt niet meer op en eten in het hotel.


Dag 21: vrijdag 23 november: Mysore, vrije dag

We slapen uit tot kwart na negen, hoewel onze hotelkamer langs de straatkant ligt en er heel veel lawaai is, kan het ons niet deren.

We zijn pas uit bed als de jongens die de kamer schoon maken al op de deur kloppen. We zeggen dus maar dat ze nog wat moeten wachten.

Verder lummelen we wat aan, drinken koffie op de kamer en kort voor de middag gaan we even naar het internet café naast de deur. Daarna lunchen we in het hotel en om half twee vertrekken we met de groep voor een excursie naar Somnathpur, een dorp op 33 km van Mysore waar een mooie Keshava tempel staat gewijd aan Vishnu. De tempel is langs de buitenkant schitterend bewerkt met beeldhouwwerk van goden, godinnen, mythische dieren en is tevens rijk aan details van olifanten, ruiters te paard en andere fraaie voorstellingen uit de Ramayana, Bhagavad Gita en de Mahabharata.

De schitterende sculpturen gelijken op die van de tempels van Khajuraho. Ook binnenin de tempel staan prachtig gedraaide zuilen en we zien gedetailleerde taferelen ingewerkt in de plafonds.

We lopen nog even het kleine dorpje in maar veel mensen en kinderen vragen om roepies of pennen. Ook hier heeft het toerisme al het één en ander kapot gemaakt.

Daarna rijden we naar Chamundi hill waar een niet zo interessante tempel staat die gretig beklommen wordt door een hele kolonie apen. Er is ook een markt voor de lokale toeristen met veel kitsch en blinkende prullaria waar elke Indiër gek op is.

Wanneer we aan de rand van de heuvel over een muurtje kijken om een blik te werpen over de omgeving zien we een hele bende troep, het is er net een vuilnisbelt en een paar everzwijnen snuffelen gretig in het afval. Bij het betreden van de top staat nochtans een groot bord met de melding om de omgeving rein te houden en alle plastiek te bannen. Maar blijkbaar dringt dit toch niet echt door. India gaat op elk vlak goed vooruit tegenover een aantal jaren geleden maar over het systeem om hun afval te sorteren en te verwerken hebben ze geen flauw benul. Het is natuurlijk veel gemakkelijker om het afval gewoon langs te straat te gooien.

We lopen de heuvel langs de trappen naar beneden en na een tijdje zien we een groot beeld van Nandi. Het vijf meter hoge, zwarte beeld met de oranje bloemenkrans rond de nek is werkelijk indrukwekkend en we zien pelgrims rondom het beeld lopen en offerandes brengen.

Rond half zeven zijn we terug in Mysore en in de verte zien we het verlichte paleis van de maharadja.

's Avonds eten we terug in het hotel, het eten is er erg lekker en de bediening heel goed dus waarom zouden we in het donker op straat lopen in deze grote stad?


Dag 22: zaterdag 24 november: Mysore - Sravanabelagola - Belur

We vertrekken om half elf naar de tempel van Sravanabelagola. Het eerste stuk rijden we op een goede weg die twee jaar geleden aangelegd is, de weg tussen Mysore en Bangalore. Daarna gaan we het binnenland in en dat wil zeggen dat de wegen daar een heel stuk minder zijn en vrij hobbelig. Aan een overweg staan we een tijdje stil en zoals altijd hier in India waaieren de voertuigen uit over de hele breedte van de weg met als resultaat dat eens de trein voorbij gereden is niemand nog een kant op kan. Dit is altijd weer een lachwekkend schouwspel en het wordt dan drummen om er door te komen.

Rond de middag komen we in het dorpje Sravanabelagola aan en worden al onmiddellijk lastig gevallen door irritante verkopers en bedelaars. Ze zijn niet van ons weg te slaan, net een horde vliegen die je wil weg slaan.

Eerst gaan we een dosa eten in Hotel Raghu om daarna naar boven te lopen, de hele 614 treden naar de top. Sravanabelagola is één van de oudste en belangrijkste pelgrimsoorden van de jains in India. Op de top staat dan de tempel met een 17 meter hoog beeld van de naakte jain meester Gomateshvara, "de monnik van de witte vijver" genaamd. Van boven hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. De klim naar boven maar ook terug naar beneden is best pittig, vooral op het gedeelte waar geen trappen zijn, is het uitkijken. De steile ruwe rotsen waarop we lopen, zijn glibberig en daarom moeten we uitkijken om niet te vallen.

Op weg naar de bus zijn weer de meer dan opdringerige verkopers.

Na het bezoek moeten we nog een tweetal uur rijden naar het hotel Mayura Velapuri in Belur. Aangezien het al half zes is en het toch een kwartier lopen is naar de tempel geven we er de brui aan, we kunnen toch niet veel meer zien voor het donker is.

's Avonds eten we in het hotel, het is er lekker met een goede en snelle bediening en er is bier.


Dag 23: zondag 25 november: Belur - Hospet

Vandaag stappen we met Willem en Simmie uit de groep en gaan alleen verder. De groep reist met de nachttrein verder naar Goa waar ze drie dagen gaan verblijven. Omdat Goa nu niet de bestemming van onze dromen is, hebben we vanuit ons thuisland een andere route gepland voor de laatste week.

Om 9u wacht de chauffeur van een Toyota Innova ons op en vertrekken we richting Hampi.

We bezoeken eerst de tempel van Halebid, een kunststuk van Hoysala architectuur. De tempel is niet alleen aan de buitenkant fantastisch maar ook aan de binnenkant zijn de pilaren en beelden meer dan schitterend. Aan de linkerkant staat een groot Nandi beeld die naar het binnenste kijkt van de tempel.

Na dit bezoek rijden we over een slecht stuk weg waar ze een snelweg aan het aanleggen zijn. In welk jaar deze snelweg klaar zal zijn, weten we niet maar het begin is er.

We rijden door een mooi gebied met op de achtergrond ruige bergen een heuvels en zien ook een regio waar ijzererts ontgonnen wordt. In de dorpjes liggen de betelnoten en chili pepers te drogen in de zon.

In een groot gedeelte van dit gebied staan boven op de heuvels ontelbare windmolens die elektriciteit moeten opwekken.

Daarna komen we op de autosnelweg Bangalore - Mumbai en daar schieten we goed op. We lunchen in Hotel Naveen Regency in Chitradurga en vertrekken voor het laatste stukje rit.

We zien een reusachtig stuwmeer dat gebruikt wordt voor drinkwater, irrigatie en het opwekken van elektriciteit. Een eindje verder wordt een tunnel aangelegd, dwars door een bergwand heen. Overal in India wordt hard gewerkt aan de infrastructuur van wegen, bruggen en tunnels en op termijn zal India dus sterk veranderen.

Rond half zes komen we aan in hotel Maliggi in Hospet, een mooi hotel met twee restaurants. In dit hotel zijn we twee jaar geleden ook geweest tijdens onze centraal India reis.


Dag 24: maandag 26 november: Hampi, vrije dag

Om 8u staat onze chauffeur ons op te wachten om ons naar Hampi te brengen.

Wanneer we Hampi Bazaar inlopen, schrikken we toch even, alle winkeltjes, cafés en restaurantjes waar Hampi Bazaar twee jaar geleden vol van stond, zijn allemaal verdwenen en we denken dat het de bedoeling is om alles in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen.

We nemen voor 15 roepies per persoon de overzetboot naar Anegundi aan de overkant van de rivier. Daar nemen we een tuktuk naar de witgekleurde Hanuman tempel waar we 570 treden moeten beklimmen naar de top van de Anjanadri heuvel waar we een prachtig uitzicht hebben op de omgeving. Tijdens de klim naar boven worden we vergezeld door ontelbare apen.

Daarna bezoeken we de Krishna tempel waar in de namiddag een groot feest wordt gehouden en alles daarvoor voorbereid wordt. Binnen in de tempel worden de pelgrims gezegend door een priester.

Bij de Durga tempel moeten we weer een aantal trappen naar boven, gelukkig niet zoveel als bij de apen tempel. We ontmoeten een lokale familie die met ons op de foto willen. Op het laatste moment komt er nog een man aangelopen die er ook wil bij staan, heel hilarisch en relax allemaal.

Nadat de tuktuk ons terugbrengt naar het water, nemen we terug de overzetboot en lopen naar restaurant Mango Tree, daarvoor moeten we eerst een klein eindje door een bananenplantage lopen maar het is een gezellige plaats om even bij te komen.

Daarna lopen we langs Hampi Bazaar, de winkeltjes en guest houses zijn verbanen naar achtergelegen straatjes en omdat er langs de hele lengte van de bazaar hekken staan om de mensen weg te houden van de huizen die verbouwd worden, geeft het toch een ietwat rare aanblik.

Aan de monolith bull aan het einde van Hampi bazaar slaan we linksaf, lopen langs de aanlegplaats van de tweede overzetboot en de ronde coracles, zien nog verschillende tempels en genieten van het wondermooie uitzicht over de rivier en de weidse omgeving. Als we een paar Engelse toeristen tegenkomen die ons vertellen dat de Vittala tempel amper een paar minuten lopen is vanaf dat punt besluiten we om de tempel toch vandaag te bezoeken in plaats van morgen. We hebben deze tempel twee jaar geleden ook bezocht maar daar waren toen filmopnames aan de gang en mochten we niet overal komen. Nu is het er heel rustig en kunnen we de wereldberoemde stenen strijdwagen die op het binnenplein staat uitgebreid bekijken en fotograferen zonder mensen op de foto. Deze 16e eeuwse tempel is het pareltje en het hoogtepunt van alle tempels in Hampi.

Na het bezoek aan de Vittala tempel lopen we langs een andere kant terug naar de monolith bull en dat is een goede keuze want op deze manier zien we nog andere tempels.

Ondertussen is het half vijf en staat onze chauffeur ons op te wachten op de parking om ons terug te brengen naar Hospet. In het hotel gaan we eerst een Kingfisher drinken, deze hebben we meer dan verdiend na het vele lopen in deze hitte.

's Avonds eten we terug in het hotel, deze keer niet op het dakterras maar in het AC restaurant.


Dag 25: dinsdag 27 november: Hampi, vrije dag

Zoals gisteren vertrekken we om 8u naar Hampi waar we deze keer een tuktuk huren om ons naar de vele bezienswaardigheden te brengen. Vijf uur lang rijdt de tuktuk ons langs de tempels van het Sacred center en het Royal center. De jongen spreekt heel goed Engels en vertelt ons het een en ander over Hampi en de tempels. Velen daarvan hebben we twee jaar geleden gezien maar toch bezoeken we ze allemaal nog een keertje.

Sisters Stone zijn tegenwoordig geen twee gelijke stenen meer, het ene rotsblok is namelijk gebarsten doordat zeven olifanten erover gelopen hebben en door het gewicht en gedaver is de gigantische steen gespleten. Een maand voor de Japanse tsunami is er een tweede deel van de rots afgebroken en naar beneden getuimeld.

De jongen vertelt ons ook dat niet alle toeristen opgezet zijn met het huidige beeld van Hampi Bazaar. Het zal nog zeker twee jaar duren eer alles zal hersteld zijn in zijn oorspronkelijke vorm en zoals het er nu bij ligt, mist het echt de sfeer die het vroeger had. Alle begroeiing rond de tempels wordt opgekuist en kort gehouden. Er is nog veel werk aan de winkel en ook dit zal nog een paar jaar duren maar het originele Hampi zal volledig verdwijnen. Er zal meer toerisme aangetrokken worden en dan het meer luxe toerisme die meer geld gaan uitgeven dan de back packers die nu het grootste deel van het toerisme uitmaken.

Toerisme maakt meestal veel kapot en op termijn zal dit ook hier gebeuren. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de toeristen die luxe reizen maken evenveel plezier zullen beleven aan een tuktuk rit als wij doen. Die mensen willen comfort en taxi's en in de toekomst is de tuktuk misschien gedoemd om grotendeels te verdwijnen.

We gaan terug lunchen bij Mango Tree waar deze keer heel wat meer toeristen zijn dan gisteren. In feite zijn er te weinig gewone zitplaatsen, er zijn wel veel plaatsen met lage tafeltjes waar je kan aan liggen maar dat is niet meer aan ons besteed op onze leeftijd.

Daarna zoeken we een plekje in de schaduw aan de rivier waar we de tijd nemen om alles te bekijken en we vermaken ons enorm.

We lopen de Virupaksha tempel voorbij maar omdat we hem de vorige keer ook al niet bijster interessant vonden, besluiten we om toch maar niet naar binnen te gaan.

Als tijdverdrijf lopen we langs de back packer straatjes met winkels en dergelijke. Als we een gelegenheid binnen stappen om een cola te drinken schrikken we van het grote aantal rugzaktoeristen die hier hangen en liggen, een aantal van hen is duidelijk onder invloed van drugs. De eigenaar lacht ons uit omdat we coca cola zeggen in plaats van cola en dat zint ons echt niet. Hij heeft de kurk al van de cola's getrokken maar dat deert ons niet en we stappen naar buiten. Het zal hem leren om ons uit te lachen!

Het valt ons op dat de jongere generatie andere normen hanteert en we komen tot de conclusie dat India toch de westerse toer opgaat mede door het internet en de wereldwijde communicatie. Later gaan we bij restaurant Gheetha River View een cola drinken en op de menu staat vermeld "recommended in Lovely Planet" ipv Lonely Planet. Het is een armtierige gelegenheid, er is zelfs geen toilet.

Om half vijf vertrekken we met onze taxi terug naar Hospet en ons eerste werk in het hotel is natuurlijk een biertje drinken om te klinken op ons prachtige bezoek aan Hampi. Hampi is schitterend en is een must-see.

's Avonds eten we terug op het dakterras van het hotel, het is een mooie afsluiter van ons bezoek aan dit mooie hotel en de twee dagen in Hampi.


Dag 26: woensdag 28 november: Hospet - Aihole - Pattadakal - Badami

We vertrekken om 8u in Hospet voor een rit van ongeveer 150 km naar Badami.

Het eerste deel van de rit rijden we over een mooie vierbaansweg en we schieten goed op terwijl we door een streek rijden waar graniet gewonnen wordt. Het is een tolweg richting Bijapur en er is veel vrachtverkeer maar we kunnen goed door rijden omdat de weg gescheiden wordt door een middenberm en we geen hinder ondervinden van het tegenliggende verkeer.

Op zeker moment moeten we naar links en komen terug op de kleinere wegen terecht. Algauw zijn we bij de tempels van Aihole, sommige van de tempels staan op een afgesloten terrein waarvoor we entree moeten betalen maar in feite is het een totaal complex van een honderdtal tempels waarvan sommige enkel nog ruïnes zijn en een aantal zijn opgeslorpt door de huizen van de lokale bevolking. Het is een mooi zicht, al die kleine tempels die omgeven worden door huisjes, koeien, en dorpsleven. Op het afgesloten terrein is de Durga tempel de meest indrukwekkende, ook aan de binnenkant zijn de stenen reliëfs heel bijzonder.

Op weg naar Pattadakal bezoeken we de Ravanaphadi tempel waarvan de in steen uitgehouwen afbeeldingen ons al aan de grotten van Badami doen denken.

Pattadakal is dan weer heel anders en staat op de World Heritage Site. Dat merken we ook aan de hoge entreeprijs, de lokalen betalen 10 roepies, de vreemdelingen 250 roepies. Een groot aantal tempels staat op een mooi onderhouden complex en de belangrijkste is hier de Virupaksha tempel, een massieve constructie met prachtige reliëfs. Aan de oostkant, naar de ingang kijkende, staat een reusachtig Nandi beeld waar de priester alle pelgrims zegent die iets offeren aan de stier, het rijdier van Shiva. Deze offergaven zijn heel gevarieerd, van bloemen naar een bord rijst tot geld, ik weet nu niet met welk offer Nandi het meeste blij is.

Op de weg naar Badami stoppen we nog aan de Sri Mahakoota tempel, terug een totaal andere tempel dan we tot nu toe al gezien hebben. De tempel bestaat uit verschillende kleinere tempels gelegen rond de tempeltank en het is de eerste keer sinds al onze reizen in India dat we mensen zien zwemmen in de tempeltank. Het zijn uitsluitend mannen, de vrouwen kijken toe. Middenin de tank staat een beeld van Shiva en de mannen spatten telkens water uit de tank over het beeld, het is een heel ritueel dat we uitgebreid mogen bekijken.

Vanaf deze tempel is het nog een tien kilometer rijden naar Badami en rond 2u 's middags komen we aan in hotel Mookambika deluxe. Wanneer we inchecken belt de receptionist een vrouw en als wij aan de telefoon komen, vraagt ze ons hoe we de kamer vinden. We snappen weer niets van deze hele procedure maar dit is nu eenmaal India, het land van de meest complexe administratie.

We gaan lunchen in Golden Cave Cuisine, ze hebben daar een tuin restaurant, op zijn Indisch wel te verstaan. We kunnen er bier krijgen en dat maakt al veel goed.

Daarna gaan we even op de kamer relaxen, we hoeven niet zo nodig onmiddellijk de straat op want twee jaar geleden hebben we dit drukke dorp ook bezocht, het is heel hectisch met veel verkeer, lawaai en mensen.

's Avonds gaan we terug eten in de Golden Cave Cuisine waar het ons weerom opvalt dat er toch wel weinig westerse toeristen zijn. Twee jaar geleden zat het hier vol en nu zitten er enkel wat Indiërs en wij, een gevolg van de crisis?

In de wine Shop kopen we een biertje en nemen het mee naar de kamer.


Dag 27: donderdag 29 november: Badami, vrije dag

Badami is een relatief klein dorp waar alles op loopafstand van elkaar ligt. Eerst bezoeken we de grotten welke de meest interessante bezienswaardigheid zijn. Er zijn vier grotten, allemaal heel verschillend van elkaar, uitgehouwen in de rotsen.

De eerste grot is gewijd aan Shiva en hier wordt de god afgebeeld met 28 armen. De tweede grot is gewijd aan Vishnu. De grootste en mooiste grot is de derde, eveneens gewijd aan Shiva. De laatste grot is een jain grot uit de 7e eeuw. Vanaf hier boven hebben we een prachtig uitzicht over het meer met aan de overkant de Buthanata tempel en het oude dorp. Via de smalle straatjes hiervan lopen we naar de andere kant van het meer. Aan de ghats doen vrouwen de was en we worden overal vriendelijk toegejuicht. De huisjes zijn klein maar heel kleurrijk, varkens scharrelen rond in de straten en afvoergoten langs de kant van de weg. We lopen langs een marktje waar men groenten en fruit verkoopt. Het is heel aangenaam om hier rond te lopen, we zien het echte authentieke dorpsleven, het vroegere en echte India, het leven dat we niet meer zien in de steden waar alles verandert en meer de weg opgaat van de westerse mentaliteit.

De Bhutanatha tempel zelf is niet zo spectaculair maar is mooi door de omgeving van het meer en de hoge kleurrijke rotsen eromheen.

Daarna gaan we lunchen in Golden Cave Cuisine, een van de weinig goede eetgelegenheden in dit dorp. Zoals altijd is het één en al herrie en lawaai in de hoofdstraat, een heel verschil met de stilte en rust van het oude Badami. Toch is het ook hier vermakelijk om even langs de kant van de weg stil te staan en alles en iedereen te bekijken.

Na de lunch lopen we naar de ingang van het museum waar ook de weg naar boven is die toegang geeft tot het noordelijke fort. Het is weerom bloedheet maar we gaan niet klagen want als we overmorgen terug in België komen, zal het er heel wat kouder zijn.

Het noordelijk fort is niet zo spectaculair maar weerom is het uitzicht het hoogtepunt, van hieraf hebben we een mooi zicht op de hoge rotsen met de uitgehouwen grotten aan de zuidkant van het meer.

We gaan nog een biertje drinken, wat relaxen op de kamer en de koffers pakken want morgen gaan we op de terugweg naar huis. 's Avonds eten we naar goede gewoonte in de Golden Cave Cuisine.



Dag 28 en 29: vrijdag 30 november en zaterdag 1 december: Badami - Goa, binnenlandse vlucht naar Mumbai en internationale vlucht naar Amsterdam via Heathrow

Om half zes 's morgens vertrekken we in Badami. Heel vroeg maar we willen niet het risico lopen dat we onze binnenlandse vlucht missen. Het is een heel slechte weg en we worden voortdurend door elkaar geschud.

Na de koffiestop in Clarks Inn hotel rijden we dwars door uitgestrekte bossen waar ze een weg aangelegd hebben. Niet dat deze weg nu heel goed is maar het is een betere oplossing dan de weg te nemen rondom het bos want dan zijn we twee uur langer onderweg.

Een zeventigtal kilometer voor Goa stoppen we aan Dudhsagar resort om koffie te drinken.

Als we in oud Goa aankomen bezoeken we de Se kathedraal, een mooie grote, wit geschilderde kathedraal uit de 17e eeuw AD met binnenin een hoofdaltaar, 8 aparte kapellen en 6 altaren. In de omgeving van de kathedraal staan een hele resem souvenirstalletjes met allemaal dezelfde dingen.

We zijn ruimschoots op tijd op de luchthaven en gaan eerst lunchen omdat het te vroeg is om in te checken. Onze vlucht met Spice Jet is gepland om 16u50 en vertrekt bij gate B1. Wanneer we bij die gate komen, moeten we weer wachten eer we naar binnen kunnen. Bij die gate vertrekken drie vliegtuigen naar drie verschillende bestemmingen en dat met een tussentijd van 5 minuten, met andere woorden, het is er een totale chaos, echt op zijn Indisch. Dikbuikige mannen en vrouwen maken hier de dienst uit. Hoe meer vetrollen, hoe welgestelder de Indiër is, niet dat ze daarom veel goede manieren tentoon spreiden. Neen, hoe dikker en welgestelder, hoe meer ze uitblinken in onbeschoft gedrag, Het is echt extreem, heel verschillend met het India van 2 jaar geleden en al zeker met dat van 11 jaar geleden. Deze mensen denken echt dat ze heel wat meer zijn dan iemand anders en dat ze op zulke manier de wereld gaan veroveren.

Uiteindelijk wordt het 17u30 eer we opstijgen en is het een goed uur later wanneer we landen in Mumbai. Daar moeten we dan met de bus naar de internationale terminal, een rit van ongeveer 4 km. Wanneer we terminal D waar de vluchten van British Airways willen binnen gaan, kan dit niet. We mogen de terminal maar binnen drie uur voor vertrek van de vlucht, we moeten een ticket van 70 roepies kopen en nog drie uur wachten in de wachtruimte buiten de terminal. Al met al is het weer één en al irritant gedoe en geldgewin en daar worden we zo moe van.

Ook is het een gedoe met het inchecken, er staat een boekingsdesk buiten die bediend wordt door een mannetje die wel het air-ticket print maar niet het e-ticket. Als we dan uiteindelijk wel de luchthaven binnen kunnen en door de security check gaan om te wachten op onze vlucht blijkt dat we nergens nog bier kunnen krijgen, dit is verbannen van de luchthaven. Op alle menu's staat nog het bier maar het is niet meer te verkrijgen. Wat daar de reden voor is, weten we niet want overal is sterke drank verkrijgbaar.

Bij de gate zien we Boris Johnson, de burgemeester van Londen, hij komt op het laatste moment aan met een filmpoeg in zijn kielzog.

De vlucht gaat goed totdat we boven Engeland komen waar een heel dichte mist hangt waardoor we niet kunnen landen. We maken nog een heel uur lang verschillende rondjes in de omgeving van de luchthaven totdat de mist een beetje optrekt. Op dat moment zien we de bui al hangen. We hebben maar een uur speling tussen onze vluchten dus we zullen de vlucht naar Amsterdam nooit halen. En inderdaad, als we van het vliegtuig stappen, staat iemand van het grondpersoneel ons op te wachten. Hij heeft een lijst met de namen en in eerste instantie verwachten we dat hij alles voor ons gaat regelen. Maar dit is niet het geval, de man brengt ons gewoon naar de incheckbalie waar we een herboeking moeten doen. Alles duurt eindeloos, het is voor de mensen aan de incheckbalie een hele klus om vluchten te herboeken naar allerlei bestemmingen. De eerste vrije plaatsen op een vlucht naar Amsterdam is om 14u40, er is geen andere keuze, voor het ongemak krijgen we een tegoedbon van 10 Engelse pond per persoon.

Later horen we dat een viertal leden van de groep wel plaatsen hebben op een eerdere vlucht en we begrijpen niets van de service van British Airways.

Iedereen wordt moe van het lange wachten maar het ergste moet dan nog komen, de vlucht wordt telkens uitgesteld en op de duur wordt iedereen ook chagrijnig. We gaan met de hele overblijvende groep klagen aan de balie maar dat brengt geen zoden aan de dijk. Alle schuld wordt op de mist van deze morgen gestoken. Als Freddy zegt dat het de schuld is van de burgemeester die te laat aan het vliegtuig kwam in Mumbai is het duidelijk dat dit niet in goede aarde valt, geen kritiek op de populaire burgemeester van Londen a.u.b.

Uiteindelijk vertrekt het vliegtuig dan toch en komen we op Schiphol vanwaar we nog dik twee en een half uur moeten rijden naar huis. Het is al laat als we eindelijk thuis komen. Het geplande feest van de wandelclub van vanavond mogen we al op onze buik schrijven.


Deze reis was een organisatie van Koning Aap. De laatste week hebben we zelf geregeld, taxi, binnenlandse vlucht en hotels en deze week gaf toch een duidelijke meerwaarde aan deze reis.